maandag 3 maart 2008

Sint Elisabeth


Eens per jaar moet ik naar het ziekenhuis voor een overall checkup, een algemeen nazicht zeg maar: ms is meer dan een bescheiden hoestje, als patiënt wil je weten hoe de objectieve wetenschap de stand van je aandoening inschat, en de neuroloog wil natuurlijk weten hoe het met je staat. Dus met de scootmobiel naar het Sint-Elisabethziekenhuis, waar je om half negen al de NMR wordt ingeschoven. De naam van het toestel alleen al! Hij doet je denken aan een notoir Amerikaans rapper, en het kan dan ook geen toeval zijn dat het apparaat behoorlijk veel decibels produceert. Maar als dat storend zou werken: je krijgt een koptelefoon op, en zo kan je wat muziek horen, die bijna nooit het lawaai van de EnEmEr overstemt, maar wat doe je tegen nuclear magnetic resonance? En er zijn ergere dingen in 't leven. 'Uptown girl' herken ik zelfs, maar dat is een hit van lang geleden (van Billy Joel, released 1983 zegt Wikipedia).

Kort na negen kom ik in de afdeling neurologie, waar ik vier verdere testen onderga: ogen, oren, en bezenuwing van handen en voeten: tenminste via die weg wordt dat vastgesteld. Ik hoopte al van te voren dat ik weer bij Alexandra terechtkom, de verpleegster die ik daar al meermaals ontmoet heb. En ja hoor, en ik begroet haar met een vriendelijk 'Mevrouw Alexandra': ik kan ze moeilijk zuster noemen. De eerste keer dat ik haar zag, vroeg ik, haar taal horende, en altijd taalleraar geweest zijnde, of zij Limburgse was, waarop zij: 'Inderdaad ja, uit Heerlen, van over de grens.' Waarop ik, gevat als immer:' Voor een immigrante spreekt u goed Nederlands.' Laat nu het Nederlands uit Limburg (N) samen met dat van Noord-Brabant net over de grens volgens mij tot de mooiste realisaties van onze taal behoren. Vooral de Brabanders hebben onze melodie, maar een veel correctere uitspraak en woordenschat: zo maak ik me wijs dat 'volgens mij' ook objectieve gronden heeft. En Limburgers zijn ons, Kempenaars, sowieso meer verwant dan Antwerpenaars uit de Koekenstad: die moeten de navel van de wereld niet mordicus willen verengen tot een dorp aan de Schelde.

De kamer waar het onderzoek plaats heeft, ligt vlak tegenover de vleugel van het ziekenhuis dat op dit ogenblik een grondige face- en body lift ondergaat: een vijftigjarige is soms wel eens aan restauratie toe. De muren zijn neergehaald, de betonnen structuur toont zijn grijze schamelheid, en vanuit de onderzoeksruimte kijk ik zomaar op het stadspark: een doorkijkziekenhuis hebben we op dit ogenblik. 50 jaar is Sint Elisabeth nu: in 1957 ingehuldigd zegt Alexandra me. En inderdaad, vertel ik haar, daarvoor is indertijd de vrijgezel-koning speciaal naar Turnhout gekomen: alle schoolkinderen, allemaal baby boom exemplaren, stonden in de Herentalsstraat en op de Graatakker de jonge vorst toe te juichen en te zwaaien: eindelijk kon je in de Kempen op een minder verontrustende wijze ziek worden. Maar nu is de accommodatie toch niet meer van de tijd, aldus Alexandra. Voor oudere inboorlingen is het echter nog altijd het nieuwe ziekenhuis. Het oude, 'taawgaasthooës', stond op de plaats waar nu De Warande de lichtende toorts van de streek is. Dat oude gasthuis: met geïntegreerde kerk, alles erop en eraan, stijl van voor de tweede wereldoorlog of nog vroeger. Er was een klein orgel met twee klavieren, eind achttiende eeuw, meen ik mij te herinneren, in zijn genre toch belangrijk. Ik heb er met het Sint- Franciscuskoor, dat van de 'Bruine Paters', ooit nog missen gezongen.

Maar ik had het over mijn onderzoek: van Alexandra ge ik naar dr. Van den Bergh: het is best tevreden met alle testresultaten, en ik ook natuurlijk. Hij doet me stappen, vindt dat dat beter gaat dan een jaar geleden, en dat is en voel ik ook zo, en ik kijk met goed gevoel terug op een welbestede ochtend: goede testresultaten, wetenschappelijke bevestiging van mijn subjectief gevoel van welzijn, waar en hoe kunnen we nog beter zijn?

Nog eventjes Alexandra: stijlvol, beschaafd, voorkomend en vriendelijk. Als ik na alle gedane zaken ga betalen, sommeert een andere verpleegster mij, verschanst achter een balie: 'Uw geboortedatum'. Ook correct Nederlands, maar 'Mag het iets meer zijn?', denk ik.

Geen opmerkingen: