dinsdag 1 juli 2008

Assisi: dag 2




Vandaag staat de tweede dag Assisi op het programma: we zien San Rufino, waarvan we alleen de voorgevel mooi kunnen vinden omdat we in de kerk zelf niet binnengegaan zijn. Santa Chiara vinden we vandaag wel open, maar het interieur valt tegen: Franciscus staat duidelijk hoger op de vereringsschaal dan zijn volgelinge. Hij was natuurlijk wel de leidende stichter van de beweging, en uiteraard is het dan toeval dat de vrouw Chiara er veel minder uitbundig uitkomt. Je kunt in de crypte wel het goed bewaarde stoffelijke overschot van Chiara gaan 'bekijken' en vereren, maar zo diep gaan we niet. Het doet me overigens denken aan de gemummificeerde lijken van een paar farao's in het museum van Luxor: ik vond het toen ook nogal redelijk morbide om overleden mensen van 4.000 jaar geleden tentoon te stellen. Het waren echt geen Toet Anch Amons: je kunt de mensen, ook als ze dood zijn, beter in hun waardigheid laten, denk ik dan.

In de nabijheid van de stad vind je ook een aantal franciscaanse heiligdommen: San Damiano bij voorbeeld, waar Franciscus van de sprekende Christus aan het kruis de boodschap kreeg dat hij zijn kerk moest herstellen en weer sterke maken. Franciscus nam die opdracht in eerste instantie zeer letterlijk op en begon het kerkgebouw weer behoorlijk op te maken. Het ligt in een rustige omgeving vol natuur, en een bord laat weten dat je je in een 'luogo santissimo' bevindt, en dat je best blijk geeft van 'silenzio, rispetto, decoro': wat men heilig noemt, verdraagt kennelijk geen gewoon leven. Die gewijde sfeer hangt ook in 'Eremo di Carcere', een plaats waar Franciscus zich met zijn eerste broeders terugtrok om te bidden en te mediteren. Voor het heiligste moet je ook daar de trappen af, de crypte in. Dat laten we ook aan ons voorbijgaan.

Gisteren, rondwandelend in Assisi, had ik een gevoelen van spijt dat ik het geloof en de godsdienst achter mij gelaten had; vandaag overheerst het gevoel van 'ik hoor hier echt niet meer bij, het wordt te veel en te vreemd', in het Engels: 'I felt sadly out of place'. Twee dagen lijken wel een soort van overdosis. Zonder spijt kan ik wel zeggen: ''t Is niet anders, en het is goed dat het zo is'.

Op de terugweg picknicken we langs de kant van de weg op een soort van rustplaats, waar een granieten kruis voor heel de streek tekent, of symbool staat. En vanaf een soort van natuurstenen tribunetje hebben een prachtig panoramisch uitzicht op de vlakte onder Assisi. We hebben in de 'coop' twee messen gekocht, vlijmscherpe messen, zoals onmiddellijk blijkt, wat later op de dag tot heel wat hilariteit en idiote foto's aanleiding geeft.

Voor een bouwwerk gaan we terug naar de stad: Rocca Maggiore, de versterkte vesting van Assisi, op het hoogste punt van de stad. We gaan er niet binnen, maar ik ben wel onder de indruk van de massale kracht die het fort vroeger ongetwijfeld uitgestraald moet hebben, tijdens de talrijke oorlogjes tegen het rivaliserende Perugia. bijvoorbeeld.

Noortje en ik lachen er ons een kilo krieken met mijn klungelige gsm-onkunde, zij komt niet bij, onze verschrikkelijke snijwonden komen, voor het nageslacht allicht, op de gevoelige plaat, ik wil weer kleine zelfstandige zijn en rolstoel me vast in een goed gecamoufleerde goot en we reageren ons grondig af van het teveel aan sérieux dat we tot ons genomen hebben: wij worden weer ons gewone zelf.

Assisi is prachtig, ook prachtig gelegen, maar tegelijkertijd krijg ik er de gedachte: 'Het is geen Italiaanse straat waar geen kerk in staat'. Als heiden moet je toch oppassen voor 'overkill', ook al is de naam van je vader Franciscus, en luidt je tweede voornaam ook zo. Zijn roepnaam was zeer Belgisch 'Swat'. Maar Assisi is een mooie belevenis, zonder twijfel, en ik heb er dan ook van genoten.

Geen opmerkingen: