vrijdag 19 september 2008

Rozemarijn wordt reuzebalsemien


Rozemarijn: de echte




Reuzebalsemien in duplo


Verleden maand in Malmédy, langs de Warche, was ik behoorlijk gebiologeerd door een plant die opvallend talrijk welig tierde aan de bosrand en de oevers van de rivier. Mooie grote plant, met talloze lichtpaarse bloempjes die aan orchideeën deden denken. Natuurlijk foto's genomen van zoveel pracht. Alleen, hoe heet die plant? Ik raadpleeg mijn 'Kleurrijke gids voor kamerplanten' - in dit geval niet meteen het echt passende naslagwerkje, dat geef ik toe - en toevallig, wat ik toen 'serendipity' noemde, stoot ik op de afbeelding van de Ardennenplant: rozemarijn is het. Een vriend merkt echter op dat het gewoon om springzaad gaat. Ik vind dat maar niks. De naam alleen al: koolzaad, raapzaad, springzaad! Dan is rozemarijn toch een veel poëtischer woord. Dus: rozemarijn, hoewel licht onzeker.

Die onzekerheid blijft een beetje knagen, en ik vraag aan Ria, collega ms'er die veel van flora afweet, of zij me uit mijn twijfels kan helpen. Ze geeft me de 'Nieuwe Plantengids voor onderweg', een boek propvol illustraties en begeleidende uitleg. Maar mijn plant vinden, nee dat zit er ook nu nog niet in. Dus print ik een paar foto's van mijn rozemarijn af, en laat die aan Ria zien, waarop zij spontaan en zelfverzekerd: 'O da's reuzebalsemien!' 'Reuzewat? Nooit van gehoord.' Maar het is duidelijk: reuzebalsemien, en niks anders. De naam stemt mij al zeer tevreden: veel sprookjesachtiger en raadselachtiger dan springzaad.

En ik duik weer in wat boekwerkje, en lees daar over de plant wat ik al vastgesteld had: hij bloeit in juli en augustus, wordt tussen 50 centimeter en twee meter groot, komt voor aan waterkanten en in vochtige bossen, en is van oorsprong een sierplant uit de Himalaya en India. Hij wordt in het Engels trouwens 'Himalayan balsam' genoemd. Zijn wetenschappelijk naam is dan weer 'Impatiens glandulifera Royle': wij kennen een 'impatiens' die 'vlijtig liesje' heet, een zeer ongeduldig plantje. En: impatiens valt onder het springzaad (jaja), en dat is een geslacht van de balsemienfamilie. Waar de naam 'springzaad' vandaan komt? Het zaad van de plant ontwikkelt zich in kokertje, die groeien tot ze barsten: dan vliegen de zaadjes in het rond. Niet voor niets stonden er op onze wandeling zo veel reuzebalsemienen! Bij een dergelijk voortplantingstempo zouden mensen aan geboortebeperking doen. Balsemien is dan weer een plantennaam, genoemd naar de welriekende balsemgeur. En voor de volledigheid: rozemarijn komt van het Latijn 'ros marinus', wat zeedauw betekent. Onder invloed van 'roos' onstond de vorm rozemarijn. Zo kunnen de etymologen onder ons ook tevreden zijn.

Slotsom 1: twee hadden er gelijk, de vriend van het springzaad, en Ria met haar reuzebalsemien. En eentje heeft vooral verkeerd opgezocht, en zijn wensen voor werkelijkheid genomen. Maar 'rozemarijn' en 'reuzebalsemien: wat een mooie woorden! En mooie planten bovendien.

Slotsom 2: je leert veel bij als je ergens niets van kent, en je wordt nederig in het gezelschap van kenners.

Geen opmerkingen: