maandag 29 september 2008

toertje maken 3 - denkend aan Van Gogh, Vermeer en Szymborska


Het Koeven: vol, maar leeg


Boerenwormkruid


Tegenlicht

Eind september is nog mild: de matige zomer heeft dan toch nog een paar mooie dagen in de aanbieding. En je trekt er weer op uit, de natuur in, en dan zie dat de herfst toch al steels begonnen is: de bomen en het licht worden magerder, de lucht voelt al wat killetjes aan, en het leven van mei-juni is weg. Dat voel en zie je vooral aan de vennen en plassen: vier maanden geleden blaakten die van leven van kieviten, snippen, ganzen, af en toe een reiger of een tureluur, maar nu is alles stil en rustig. Kievit en snip vallen nu vooral op door hun afwezigheid: dat blijken trekvogels te zijn, wat ik niet wist, shame on me! Af en toe zie je nog een spaarzame kievit in een wei hulpeloos staan gluren: die heeft dan kennelijk de bus gemist. Maar hij kan nauwelijks rust en stilte verstoren.

Naast de weg van Brug 4 naar Merksplas staat het vol eigenaardige gele bloemen (in een opstaande tros groeien ze): dat blijkt boerenwormkruid te zijn. Ria verzekert me dat, en de flora die ik ondertussen gekocht heb (Nieuwe Plantengids voor onderweg), bevestigt dat met afbeelding, beschrijving, Nederlandse en wetenschappelijke naam ten overvloede. Dat boek moet me iets meer inwijden in de plantengroei: je ziet zoveel verschillende bloemen staan, maar van hoeveel ken je de naam? Dan sleur je daar een betrouwbare bron van informatie bij, en zo kan je leren.

Maar vooral het licht fascineert me nu. Van Gogh heeft een paar keer de essentie van het licht, een essentie van ons leven toch, gevangen in een bloeiende boom of perzikboom, Vermeer, de prominente schilder van het licht, vangt die essentie in interieurs. Beiden geven er dan iets aan dat het pure materiƫle overstijgt, zij slagen erin het raadsel achter het licht te verbeelden. Kunst noemt men dat gemeenzaam. Het zijn doeken waar je stil van wordt, onovertroffen zijn ze. In 'Lof der dromen', een gedicht uit een bundel van 1972, schrijft Szymborska: 'In mijn dromen/schilder ik als Vermeer van Delft'. Daaraan moest ik onwillekeurig denken op mijn laat septembertoertje: het krimpende, tedere licht is best indrukwekkend, onvoorstelbaar mooi, tenzij je Van Gogh of Vermeer heet, die er dan nog meer dan licht van maken.

Zo te zien, nee, zo te kijken: er is wat te beleven in de 'Stille Kempen'. Toch?

Geen opmerkingen: