maandag 22 december 2008

Weekendje Raveel: 1, Herentals, zaterdag


een zelfportret in profiel voor de leegte van een rechthoek in perspectief


toen zat zij aan een tafel

Zaterdag en zondag voor Kerstmis heb ik me op een weekendje Raveel getrakteerd. Dat begon in eigen streek, in Herentals met name, waar in Hotel Le Paige grafisch werk van Raveel tentoon gesteld werd: kleurenlithografieën, kleurenzeefdrukken, kleurenhoutsneden en gewoon ook etsen, een overzicht, een staalkaart als het ware van het werk van de kunstenaar van 1965 tot 2002, van vroeger tot zeer recent dus. Ik kende er al heel wat van, maar er waren best ook dingen bij die ik nog nooit gezien had en zeer de moeite waard waren. Zo bij voorbeeld een werk dat in de beste Raveelse traditie heet 'Toen zat zij aan een tafel; een zelfportret in profiel voor de leegte van een rechthoek in perspectief', een tweeluik uit 1999. Of etsen met gedichten van Roland Jooris of Rutger Kopland, of 'Thuis' uit hetzelfde jaar, en dat in feite een bibliofiele uitgave is van en met het gedicht 'Thuis' van Hugo Claus.

Ook opvallend is de kleurenets 'Het lam treurt geduldig naar zijn ultiem geluk op de slachtbank' uit 1988, een citaat uit eigen werk, het schilderij dat een moderne interpretatie is van Van Eycks 'Lam Gods', en dat meteen een brug slaat tussen de schilderkunst uit de vijftiende en die van de twintigste eeuw.

Ten slotte twee voor mij indrukwekkende kleurenhoutsneden: 'De redenaar' uit 1983 en 'Zelfportret en een abstractie' uit 1989. En die kleuren zijn zoals in Raveels schilderijen: primair en opvallend. De afbeeldingen zijn op het eerste gezicht realistisch, maar het eerste gezicht is nooit genoeg bij Raveel, en altijd oppervlakkig: de redenaar (blauwpaarsig) staat bijvoorbeeld hoog boven zijn publiek (zwart-wit), ziet er veel groter uit dan zijn massa vage, schematische toehoorders (in die zin is het werk een commentaar op een bepaald soort politiek) en hij heeft een bijzonder grote en geprononceerde (roodbruine) geheven linkerarm waarmee hij dreigend schijn uit te halen om zijn publiek een flinke slag te geven. Een sterk werk, als je het mij vraagt.

Op het einde van mijn bezoek sla ik nog een praatje met Denie Avonds van de vzw Ter Vesten, vereniging die samen met cc 't Schaliken deze tentoonstelling in Herentals heeft georganiseerd. Ik heb het over Turnhout waar ondanks De Warande dergelijke dingen niet te zien zijn. Ik heb Eugène van Mieghem voor een paar jaar in Hotel Le Paige gezien, en dit jaar (2009) is het nog de beurt aan Felix de Boeck en Herman Brood, en ik verbaas me daarover. Maar mijn gesprekspartner legt het me uit: Hotel Le Paige werkt zo veel mogelijk in de breedte, en daardoor worden er vaker bekendere namen geafficheerd, en Turnhout werkt schijnbaar meer in de diepte.

Dan moeten we nog weten dat die breedte relatief is: ik ben er wel voor van Turnhout gekomen, maar meneer Avonds vertelt me dat hij echt blij is dat de tentoonstelling, die vier weken duurde, duizend mensen of iets meer naar Herentals lokt. Ik vind dat niet zo heel veel, in feite is dat eerder jammer: Ter Vesten en Herentals verdienen beter.

Geen opmerkingen: