woensdag 11 februari 2009

Berlijn - dag 1


Het station van Turnhout: vertrekpunt


Berlijn: aankomst, met Schönefeld in het zuid-oosten

Donderdag 5 februari vertrek ik voor een paar dagen naar Berlijn, waar mijn dochter Maartje op Erasmus zit: einde van deze maand komt ze terug, en nu heb ik dus nog de prachtige gelegenheid om de stad waar ik nog nooit geweest ben - en ik ben germanist, shame over me - te bezoeken en ervaren. Berlin ist immer eine Reise wert, heet het in het Duits: vol verwachting klopt ons hart, bij wijze van lichte overdrijving.

Het is ook de eerste reis die ik als ms-patiënt alleen en zelfstandig onderneem, hoewel 'alleen' een groot woord is. Vriend Vic brengt mij naar het station van Turnhout, en vanaf daar heb ik als rolstoelgebruiker assistentie tot in Berlijn-Schönefeld. En ik kan het getuigen: die hulp van de Belgische spoorwegen en in Zaventem is onberispelijk, tadellos zeggen de Oosterburen. In Berlijn-Schönefeld moet ik wel een eind lopen om mijn bagage op te kunnen halen, maar een kniesoor die daarom maalt. The exerccise will do me good, denk ik dan maar. Maartje haalt me daar op, en met de S-Bahn (de metro) gaat het richting centrum van deze behoorlijk uitgestrekte metropool. Eerste eigenaardigheid: op sommige ramen van de treinstellen zie je afbeeldingen van fietsen: in die wagons kun je makkelijk je fiets mee op de trein nemen, en zo doen ze dat ook in Berlijn. Voor rolstoelen, kinderwagens en buggy's is er ook plaats gereserveerd: heb ik in België nog niet gezien, laat staan dat het er überhaupt zou zijn.

Na een uurtje bereiken we de Naunynstrasse in Kreuzberg: dat is het deel van de stad waar mijn dochter voor vijf maanden woont. Het is ondertussen zowat half negen, en we moeten nog gaan eten: in de Markthalle doe we dat. 'Restaurant' is voor dit etablissement een te pretentieuze naam: het is best wel groot genoeg, maar eerder een redelijk fantasieloze eetgelegenheid. Ze serveren er onder andere nogal dunne, maar zeer uitgestrekte schnitzels: je krijgt tenminste veel voor je geld. We gaan naspoelen in de 'Bierhimmel': en na twee horeca-zaken snap je waarom ze die in Duitsland 'Lokal' noemen: wir sind in einem Lokal. Niks geen decoratie, een dikke verwarmingsbuis zweeft een meter onder het plafond, drie meter boven onze hoofden: gezelligheid kent geen interieur, zeg maar.

En we maken plannen voor de volgende dagen: ik wil de vierdaagse 'ganz völlig ausnützen', Berlijn ligt tenslotte niet in mijn achtertuin. De reisgids vertelt ons dat er legio mogelijkheden zijn om dingen te zien en te beleven: het beloven zinnige drukke dagen te worden. En daarvoor ben ik onder meer gekomen.

Geen opmerkingen: