maandag 16 februari 2009

Berlijn - dag 4


Albrecht Dürer, Maria und Kind mit dem Zeisig, 1506


Marktpoort uit Milete, 120 n.C.


Gerestaureerde hal van de Athenatempel, Pergamon, 2de eeuw v.C.

Iets later dan de vorige dagen staan we op en maken we ons klaar voor de derde verkenning. En we doen het rustiger aan vandaag: die Gemäldegalerie en het Pergamonmuseum staan op het verlanglijstje, en misschien nog een bewaard stukje muur.

De Gemäldegalerie (hét schilderijenmuseum van Duitsland mag je wel zeggen) is ondergebracht in een nieuw, modern gebouw uit 1998. Het bevat een van de belangrijkste verzamelingen Europese schilderkunst van de 13de tot de 18de eeuw: er zouden 27.000 schilderijen aanwezig zijn. Die worden natuurlijk niet allemaal getoond, maar ook de massa's doeken die er wel hangen, hebben we natuurlijk niet allemaal gezien.

Het eerste wat we zien is een Rothko, die geconfronteerd wordt met Giotto. Rothko is een niet alledaagse kunstenaar, maar ik kan niet zeggen dat hij geen uitwerking heeft op de kijker. Mijn reactie was eerder fysiek: ik voelde lichte trillingen in mijn benen bij het bekijken van het doek. Maar verder hebben we onze aandacht vooral toegespitst op de renaissance, en Vlaamse en Nederlandse werken, en die zijn behoorlijk vertegenwoordigd. Toch zien we ook een mooie Dürer: Maria und Kind mit dem Zeisig, uit 1506. Dat laatste woordje heb ik nadien opgezocht: het is een sijsje. Ook Hans Holbein der Jüngere komen we tegen met een portret van Georg Giszi uit 1532.

En dan de Vlamingen en de Hollanders: Hugo van der Goes met 'De aanbidding der Wijzen'. Die vind ik kennelijk altijd de moeite waard: uit Brugge ken ik 'De dood van Maria', vermoedelijk uit 1481, en op dat doek werkt hij ook met het schitterende blauw dat ook in zijn 'Aanbidding' te bewonderen is. Rubens hangt er met werken die je nog nooit gezien hebt, maar waarin je de kunstenaar zo herkent: 'Jezus geeft de sleutels van de hemel aan Petrus' kan ik echt wel smaken. Jordaens hangt er met een 'Andromeda' en 'Perseus bevrijdt Andromeda'. Een onbetwist topstuk is 'De spreekwoorden' van Pieter Bruegel: zeer eigenaardig is het je eigen taalschat (zij het dan de 16de eeuwse) in den vreemde tentoongesteld te zien. Ik koopt er later een reproductie van, en in de tekst daarbij zijn al die spreekwoorden genummerd (119 staan er op het doek) en ze krijgen één voor één een keurige Duitse uitleg.

Ik zie er twee mooie landschapjes van Hercules Segers, tijdgenoot van Rembrandt en ten onrechte niet zo wereldberoemd. Van Frans Hals is er 'Malle Babbe', een portret van een Haarlemse volksvrouw, met de uil van de wijsheid op haar linkerschouder, en links een lege bierkan (?). Prachtig levendig. Rembrandt is er natuurlijk ook: een mythologisch doek (De schaking van Proserpina) en een zelfportret als jongeman.

Ik heb me in dit museum niet echt als Europeaan gedragen, maar vooral mijn eigen Nederlanden opgezocht: in Berlijn is het zeer gemakkelijk je deel te voelen van een groter geheel, maar kennelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan, en voel je je
best goed wanneer je getuigenissen ziet van je land van herkomst. Dan komt de gedachte: 'Zie dat hier hangen, en dat is van ons, of van bij ons. Dat hebben wij gemaakt', kun je dan eerder ongenuanceerd denken. Werelderfgoed is van iedereen, stuur je dan bij.

We nemen een pauze voor het Pergamonmuseum, drinken koffie in een zaak (geen Lokal deze keer) die 'Zu den 12 Aposteln' heet, en vandaar kom ik eventjes terecht op een boekenmarkten 'à la Redu', en waar ik twee Duitse pocketjes van een mij onbekende reeks koop, € 1 per stuk. 'Des Knaben Wunderhorn' van Achim von Arnim en Clemens Brentano, 'eine Auswahl' is het eerste. Het tweede is van Bertolt Brecht: Grüner Mond von Alabama, Gedichte und Lieder aus Stücken'. Beide werkjes horen thuis in een 'bb'-reeks (Billige Bücher?): de Brecht is uitgegeven in 1976, prijs 1.85 DDR Mark, 'Des Knaben Wunderhorn' komt 1981, en was even goedkoop. In alle opzichten: wie schrijft, die blijft,en dat geldt kennelijk ook voor de DDR.

Het Pergamonmuseum is groots indrukwekkend: het is gebouwd rond een van de absolute topstukken, het altaar van Pergamon, deel van een aan Zeus gewijde tempel. En ik kan u verzekeren: het is geen klein snel in elkaar geflanst offertafeltje. Even indrukwekkend is de 16 m hoge 'Marktpoort uit Milete', een Romeinse stad uit Klein-Azië, of de 'Gerestaureerde hal van de Athenatempel' uit Pergamon uit de 2de eeuw voor Christus. Wat ik er niet gevonden heb: de buste van de Egyptische koningin Nofretete of Nefertete. Heel normaal is dat: die buste staat in het Ägyptisches Museum': daar, en nog voor een paar andere 'musts' moet ik nog eens terugkomen naar Berlijn. Mooi vooruitzicht is dat, als het ooit realiteit wordt.

Geen opmerkingen: