vrijdag 10 juli 2009

Tallinn, Estland - dag 1


Stadstoren met een opmerkelijke naam: 'Kiek in de kök'


Russisch-orthodoxe kathedraal: 'Aleksander Nevski


Mozaïek in de voorgevel van 'Aleksander Nevski'


'Pikk Hermann', of Lange Herman, 45,6 meter hoog


Estse vlag bovenop 'Pikk Hermann'

De 30ste juni om kwart voor negen (20.45 uur) vertrek ik in Zaventem naar Tallinn, Estland, waar Jasper zijn laatste jaar burgerlijk ingenieur heeft gedaan. Ik kom er pas de volgende dag aan, dat wil zeggen om tien over middernacht, want
Estland ligt in een andere tijdzone: GMT plus 1 uur. Redelijk oostelijk zit ik dus, en behoorlijk noordelijk: Tallinn ligt iets noordelijker dan Stockholm. Het voordeel daarvan in dit seizoen is dat het er maar twee uren per nacht echt donker is: van half twaalf tot een uur of twee. Het noorderlicht krijg ik echter niet te zien: je kunt niet alles hebben.

Waarom nu, op het einde van het academiejaar naar Tallinn? Jasper had me de film van de 'Zingende Revolutie' doorgestuurd, vorig jaar in december al, en daarop was ook de 'Song Celebration' te zien, een immens zangfeest dat maar om de vijf jaar plaats heeft, en daar wilde ik per se bij zijn. Maar daarover later meer. En Tallinn ook om zoonlief te bezoeken. En omdat hij gezegd had dat de stad mij wel zou bevallen: ze doet aan Brugge denken, had hij me verteld, en Brugge, daar heb ik meer dan een boontje voor. Tallinn was vroeger ook een Hanzestad, net zoals Brugge overigens. En dat heeft een band geschapen, zoals zal blijken.

We komen in de vroege uurtjes in onze kamer aan: die is in het Akadeemia Hostel, een modern gebouw, waar bij voorkeur studenten logeren. Het bulkt niet van de luxe, maar het is nieuw en piekfijn in orde, met douche en sanitair en het nodige comfort. Bovendien is de prijs erg democratisch: waar kunnen we nog beter zijn?

Woensdagochtend wordt de eerste kennismaking met 'Vana Tallinn' (de Oude Stad), waar torens van kerken en van stadsmuren prominent opvallen: die bepalen de skyline van de stad. Maar we moeten eerst door het Tammsaare Park, genoemd naar de Estse schrijver Anton Hansen Tammsaare (1878-1940), die er ook een imposant standbeeld heeft. Zijn portret staat ook op de biljetten van 25 kroon: de Esten zijn zich erg bewust van hun verleden, en eren dan ook de mensen die in dat verleden belangrijk zijn geweest en die dat nu nog zijn. De oude stad kom je binnen via 'Viru gate', of wat er nog van rest: twee zijtorens van de versterkte poort staan links en rechts van de straat. Die heet in het Ests 'Viru tee'.

Verder in het centrum zien we de Sint-Nicolaaskerk (Niguliste Kirik). De kerk wordt al vermeld in 1315, en is opgericht voor de Duitse kooplui die in de 13de en 14de eeuw in groten getale naar Tallinn kwamen. Sint Nicolaas is niet alleen een kinderheilige, hij is ook de patroon van kooplui en zeelui, vandaar. In het begin van de 15de eeuw kreeg de kerk haar laatgotische uitzicht. Nu, na de brand in 1982, is ze nog alleen in gebruik als concertzaal en museum: ook dat zegt iets over de Esten. Ze zijn laat tot het christendom bekeerd (11de-12de eeuw) en hadden voordien een animistische natuurgodsdienst. Ook nu nog is het karakter van Estland niet doordrongen van godsdienst, integendeel het interesseert ze niet echt, of zelfs echt niet. It's no issue, zoals ik een vriendin van Jasper hoorde verklaren. Ze kunnen zonder.

Toch zijn de gebedshuizen legio in Tallinn. Bijzonder is wel de orthodoxe 'Aleksander Nevski katedraaal': die is redelijk kort geleden opgericht (1894-1900) voor de Russen die toen in de stad en het land verbleven. Maar die kathedraal is ook een statement: hij staat pal tegenover wat nu het parlement is (uit 1920-1922). Voordien was daar de
zetel van de Provinciale Regering (onder de Zweden), het was het politieke centrum van de bovenstad (Toompea): de tsaar wilde door de locatie van Aleksander Nevski eens en voor altijd duidelijk maken wie het er voor het zeggen had. De kerk is rijkelijk versierd en moet zeer interessant zijn voor mensen die Russisch kunnen lezen en verstaan, maar daar ben ik helaas niet bij. Iconen en een iconostase ontbreken natuurlijk ook niet. Een pope van rond de veertig houdt achteraan in de kerk een beetje een oogje in het zeil: deze sacrale plek zal, als het aan hem ligt, niet ontheiligd worden. Het gebouw wordt wel eens als suikerzoet omschreven, maar toch maakt het behoorlijk wat indruk: dat zal ook zeker wel de bedoeling van de tsaar geweest zijn. Boven de poorten zijn echt wel fraaie mozaïeken te bewonderen, je kunt niet anders dan ze mooi vinden.

Zijsprongetje: die Aleksander Nevski wordt zowat beschouwd als de stichter van het Russische Rijk. Hij versloeg in 1240 de Zweden op de Neva (vandaar zijn naam 'Nevski') en twee jaar later de Teutoonse ridders, waardoor hij de grenslijn tussen katholiek en orthodox geloof vastlegde. In de orthodoxe kerk wordt hij als heilige vereerd; ook de kathedraal van het Bulgaarse Sofia heet 'Alexander Nevski'.

Oorspronkelijk katholiek, daarna lutheraans is de Toomkirik, de Domkerk, of de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Ze heeft een eerder donker interieur, fotograferen is alweer niet toegelaten; aan de muren hangen talrijke wapenschilden van adellijke, Duitse of Zweedse geslachten: zo opzichtig heb ik dat in andere kerken in Europa nog niet gezien.

Maar genoeg kerken nu: laten we de stadsmuren maar eens bekijken, en de torens ter verdediging en versterking van de stad. 'Pikk Hermann' (Lange Herman) steekt er letterlijk en figuurlijk bovenuit. Met zijn 45,6 meter is hij de hoogste verdedigingstoren in Estland: op zijn top wappert tegenwoordig altijd de Estse vlag. Hij ligt vlak bij het parlementsgebouw, vormt het hoogste punt van 'Toompea' (de bovenstad) en beheerst dus ook de benedenstad (All-Linn). Dat onderscheid was in vroegere tijden zeer belangrijk: in Toompea woonden alleen de adel en de hogere clerus, daar was het centrum van wereldlijke en geestelijke macht, in de benedenstad woonden kooplui en handelaren en de kleinere burgerij. Het antagonisme tussen de twee stadsdelen moet ooit zeer fel geweest zijn: de burgerij groeide en nam in belang toe, de heren van de Domberg probeerden door nachtelijke raids hun positie te verdedigen. In 1454 was de ruzie zo hevig en angstaanjagend dat een muur tussen de beide stadsdelen opgetrokken werd: de 'Muur van Haat'.

Die haat is inmiddels al lang verdwenen: 's avonds zie ik op tv nog een documentaire over de Estse identiteit, ook al als voorbereiding op het grote zangfeest dat zondag plaats heeft. Ze zijn daar trots op, de Esten. Estland mag dan wel een klein land zijn, als natie is het veel groter dan zeg maar mijn eigen België. Esten geloven in zichzelf, zijn trots op wie en wat ze zijn als eindelijk onafhankelijk land. Maar natie waren ze al lang voordien.

Zo kunnen we terugblikken op een welbestede dag: ik heb veel geleerd en veel gezien. Alles was nieuw, en ook weer niet. Estland is Europa, door zijn verleden en door zijn heden: de kennismaking kon niet mooier zijn. Jasper is mijn uitstekende gids: hij heeft hier een jaar gestudeerd en verbleven, hij kent het een beetje goed, hij biedt mij allerlei interessants aan, hij staat zelf open om van alles te gaan bekijken en te verdiepen. Bovendien kent hij een aardig mondje Ests, hij redt zich in de landstaal aardig, en woorden die hij niet kent, vraagt bij gewoon. Bovendien bestuurt hij mijn rolstoel met vaardige hand, en dat is niet simpel in het Tallinn met zijn boven- en benedenstad, zijn voetpaden die niet echt op rolstoelgebruikers berekend zijn, en zijn straten die nog slechter zijn dan de Turnhoutse Otterstraat of Grote Markt. Maar dat hoort bij de middeleeuwse authenticiteit: in Brugge word je ook gemakkelijk door elkaar geschokkeld. De verstandhouding tussen vader en zoon is opperbest. Komt daar nog een stralend zomerweer bij (zon in overvloed, rond de 27-28 graden): wie kan zich meer wensen?

Op een van de uitkijkpunten vormen we nog een neologisme: een 'dakgootfotograaf', voor iemand die zittend op de rand van de muur niet anders dan meer muur en afvoerpijpen lijkt te fotograferen. God weet wat heeft hij in de kijker gehad dat aan onze aandacht ontsnapt is: je kan niet alles gezien hebben.

Geen opmerkingen: