zondag 27 december 2009

Koen de Cauter: 'Erbarme dich' - Ootmoed - Deemoed


Poëtisch muzikant en rebels anarchist


Nancy Smets: Ootmoed

In 'Het Vrije woord', het tijdschrift van de Humanistisch Vrijzinnige vereniging (jaargang 54, nr. 4) stoot ik op een 'Gesprek met Koen de Cauter' die in de inleiding getypeerd wordt als 'een poëtische muzikant in hart en nieren', maar ook als een 'rebelse anarchist die zijn kritiek op de samenleving niet spaart'. Nu is de Cauter niet de wereldberoemdste artiest in Vlaanderen, maar ik heb hem ooit zien optreden: bijgevolg heb ik het artikel met gespitste aandacht gelezen. Ook het 'Erbarme dich' in de titel valt mij op: vrijzinnigen gebruiken dergelijke taal niet al te vaak, heb ik het gevoel. Het lijkt mij eerder een 'Kerk en Leven'-titel.

Maar De Cauter zegt tijdens dat gesprek behartenswaardige dingen: hij heeft het over 'de troost van het erbarmen, van het mede-leven, het mede-lijden, het vermogen in te zien wat een ander voelt'. De moderne naam voor dat gevoel is 'empathie'. Zelf gaat hij verder: 'Ge ziet af samen met iemand, omdat je het erkent. Dat gaat om 'compassion', niet om 'pitié'. Er zit ook nederigheid in dit gevoel. Zonder nederigheid kom je nergens. Er is niets wat overeind blijft zonder het element van de nederigheid'. Eventjes verder zegt hij: 'Nederigheid heeft te maken met 'ootmoed' en 'deemoed', die mooie oude woorden. Prachtige woorden.'

Het zijn inderdaad oude woorden: je hoort of leest ze zelden of nooit meer. Ik meen, maar ik kan me vergissen, dat ik ze voor het eerst leren kennen heb tijdens de lessen 'Gewijde Gescheidenis', godsdienst was dat, in de laatste twee 'studiejaren' - zoals dat toen heette - van de basisschool, eind jaren 50 waren we toen. Vooral het woord 'ootmoed' vond ik later eigenaardig: welk Nederlands woord begint met 'oot'? 'Oot', vertelt Van Dale, is wilde haver, en je kunt in het 'ootje' genomen worden: je wordt dan het voorwerp van spot, of je wordt voor de gek gehouden. Het 'ootje' is dan een kringetje waarin je staat, een kleine 'o' dus. Maar de geïnterviewde gebruikt 'ootmoed' en deemoed' vlak naast elkaar, zodat ik me afvroeg: wat is eigenlijk het verschil tussen oot- en deemoed?

Van Dale legt 'ootmoed' uit als onderworpen nederigheid, met name tegenover God. Tijdens de lessen godsdienst zei ik toch al! Het woord zit vanaf 1265-1270 in onze taal, en is gevormd met de Middelnederlandse elementen 'ode' (gemakkelijk) en 'moed'. Dat 'ode' vind je ook nog terug is het adjectief 'olijk'. 'Deemoed' is de stemming van nederige onderworpenheid, tegenover 'hoogmoed'. Het woord is volgens Van Dale sinds 1599 in het Nederlands bekend (bij Kiliaan), en komt uit het Duits. Het schijnt geen godsdienstige connotatie te hebben. Misschien is dat niet helemaal juist: volgens het 'Etymologisch Woordenboek' van J. De Vries en F. De Tollenaere heeft 'deemoed' het Nederlandse 'ootmoed' verdrongen. Letterlijk betekent het 'het gemoed van een dienaar'. Eind 16de eeuw, na de godsdienstoorlogen en de hervorming, komt dat woord uit het Duits in het Nederlands terecht: het is daarbij niet onzinnig aan Luther te denken. Ook 'ootmoed' kan langs godsdienstige wegen onze taal binnengekomen zijn. De Vries en De Tollenaere stellen: 'het woord werd waarschijnlijk door de Angelsaksen bij de kerstening uit het oudere taalgebruik, waarin het 'welwillende gezindheid' betekende,overgenomen om het Latijnse humilitas 'nederigheid' weer te geven.

In 'Keur van Nederlandsche Synoniemen(1922) staat een verklaring van het trio 'deemoedig - nederig - ootmoedig'. In de spelling van toen lijkt de uitleg pas echt oud: 'Deze woorden duiden aan, dat iemand blijkens zijn daden geen hoogen dunk van zich zelven heeft. Nederig zegt omtrent de beweegredenen niets; het drukt evenwel zeer sterk uit, dat de bescheidenheid uit uiterlijke blijken spreekt, zoodat alle pracht en trotschheid verre blijft. Hij is nederig gekleed. - In een nederige wooning vindt men soms meer geluk dan in een trotsch paleis.
Deemoedig onderstelt schuldgevoel, terwijl ootmoedig de bijgedachte heeft, dat men zijn eigen kleinheid of nietigheid diep gevoelt. Hij smeekte God deemoedig om vergeving; hij onderwierp zich ootmoedig aan Zijn wil.

Onder de titel 'Ootmoed' is in de Nederlandse krant 'Trouw' een artikel verschenen van de filosoof Cornelis Verhoeven, niet direct de Nederlandse Sartre, maar toch ook geen kleuter/wijsgeer. De link: http://www.trouw.nl/krantenarchief/1998/11/19/2511494/Ootmoed.html

Maar ik was begonnen over Koen de Cauter: 'erbarmen' en 'barmhartig' zijn ook twee woorden waar hij het zeer voor heeft: 'met barmhartig breekt een hele wereld open', zegt hij. Zelf roept 'barmhartig' bij mij altijd 'warmhartig' op; maar dat is puur subjectief. Overigens zijn 'erbarmen, barmhartig' ook van Duitse komaf; onze taal gebruikt daar in oorsprong 'ontfermen' voor.

De Cauter heeft het ook voor Guido Gezelle: die is zijn eigen weg uitgelopen, stelt hij, zelfbewust en nederig tegelijkertijd voeg ik daaraan toe. De Cauter: dat zie je 'in zijn laatste gedichten, die zelfs niet meer rijmen. Ongelooflijk mooi werk, is dat.' Ik denk dan aan 'Ego flos', dat bijna mystieke gedicht uit 1898, en dat zo begint: 'Ik ben een blom/en bloeie voor uw ogen,/geweldig zonnelicht,/...

Ik heb De Cauter ooit zien optreden, zei ik in het begin. Dat was tijdens een voorstelling voor leerlingen in De Warande, wel 20 jaar geleden nu. Hij bracht gedichten van Gezelle die hij zelf op muziek gezet had. Een eerder intimistisch gebeuren moest het worden. Maar mijn leerlingen (17 - 18 jaar) konden een en ander maar matig smaken, en er was behoorlijk wat geroezemoes, wat het gebodene niet ten goede kwam. Koen de Cauter stapte op een bepaald ogenblik uit zijn rol: als het niet beter werd, zou hij ermee stoppen, dreigde hij. Sympathiek heeft hij zich daar toen niet mee gemaakt, maar gelijk had hij wel: als je als (uitvoerend) kunstenaar in alle nederigheid niet in jezelf gelooft, kun je er inderdaad beter mee ophouden. De 'jeunesse dorée' begreep dat toen natuurlijk niet. Zoals mijn leraar Frans ons medio jaren 60 voorhield: 'la jeunesse est présomptueuse'. Toen, 20 jaar later, en nu nog. Koen de Cauter kan daar niet goed tegen: hij is meer dan een eendimensionale mens.

maandag 14 december 2009

Liberaal populist


Schrijfster tegen ledige kapsters

Om de veertien dagen pleegt ene Kristl Strubbe een columns in De Staandaard; ze is voor Open VLD schepen in Mechelen, De Somers City dus. Niet direct het meer gedegen filosofisch-politieke denkwerk doet zij den volke kond, vaak gaat het over de dingen des dagelijksen levens, het doet nogal eens denken aan de 'kopieerlust van het dagelijkse leven', zoals de beschavingbepalende literatuur van de 19de-eeuwse Hollandse dominees werd geëvalueerd.

Vandaag heeft de dame het over mensen die te langdurig werkloos zijn, en aan die situatie niets willen veranderen, wat meer is, zich in de werkloosheid nestelen. Vooral kapsters schijnen dat volgens haar te doen. Maar, gedreven door een diep gevoelde maatschappelijke verontwaardiging weet Kristl wel raad: 'Wij knokken al jaren om de eeuwige termijn (van de werkloosheidsuitkering)terug te brengen tot twee jaar. Er is niets funester voor een mens en een maatschappij dan je te settelen in de werkloosheid' schrijft ze. Leuk geredeneerd: mensen die na twee jaar nog geen baan gevonden hebben pak je na die tijd gewoon hun steun af, niet vanuit een houding van 't zal ze leren', neen, vanuit een gevoel van oprechte menslievendheid: zo funest is dat settelen voor de mens, dat doe je toch niemand aan!

'Net nu dringt de beperkte werkloosheid zich op. Net nu is dat idee minder populair dan ooit.' Dat zijn Kristls stellingen. Dat 'dat idee' minder populair is dan ooit: het zou te hopen zijn. Ze wil best solidair zijn, lees ik, maar 'ik ben niet bereid om bijna de helft van mijn loon (sic) af te staan om mensen onnodig werkloos te houden'. Dat is pas genuanceerd politiek denken, hier in alle betekenissen van het woord een 'testimonium paupertatis'. Zij verwacht dat 'de langdurig werklozen geprikkeld, zwaar geprikkeld worden, tot het niet meer plezant is, om terug aan de slag te gaan' - Ze schrijft overigens ook al beter Vlaams dan Nederlands, maar een kniesoor enzoverder. - Die langdurig werklozen vind ik dan weer: stuur ze naar de galeien, laat ze tijdens het werk zingen van 'Trek aan de riemen, wij varen' en alle werkenden zijn blijgemoed aan 't roeien met de riemen die ze hebben'. Utopia opnieuw uitgevonden, hoezee!

Vlak naast de betreffende repel krant staat een bijdrage van filoloog Luc Permentier over 'Mensen'. Het woord 'man', staat daar dan weer, werd oorspronkelijk voor beide geslachten gebruikt: hoe seksistisch is de taal Kristl, kan dat wel? Het Latijnse 'homo' diende voor man en vrouw, het Frans 'un homme', het Spaans 'hombre' worden ook gebruikt voor 'man'. Overigens: van het Engelse 'woman' is 'man' het grondwoord. In onze taal is het genus van 'mens' mannelijk. Je kunt wel van 'het mens' spreken, 'is niet goed snik' kun je als aanvulling van het voornoemde onderwerp gebruiken, maar dat doe je niet: het mens is voor mij erg denigrerend en pejoratief. Zo benoem ik Kristl dus niet. Maar, de goden moeten hun getal hebben, zou ik geneigd zijn te menen. Leve de Open VLD, de brede volkspartij in wording!