maandag 24 mei 2010

Getormenteerde boom

Natuurlijk bestaat er niet zoiets als een 'getormenteerde boom': als die zo genoemd wordt, dan hebben mensen de natuur met hun eigen interpretatie of gevoelens bezield of overgoten. De natuur is volmaakt onbezield: denk maar aan de uitbarsting annex aswolk van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull: wekenlang onverstoord stof en as uitbraken, vliegtuigjes pesten en o ramp! klagende kapitalisten die miljarden verlies lijden. Die natuur toch! Als we die eens konden afschaffen, of tenminste compleet onder controle krijgen! Niet dus: wij blijven leven in een tranendal.

't Zal door het bewustzijn van dat tranendal komen, maar wij, vriend Vic en ik, weten toch zo'n getormenteerde boom staan, aan de oever van het vijvertje van Boones Blijk. Vooral 's winters ziet hij er behoorlijk gekweld uit. Dat wil zeggen: dan staat hij bladerloos, kaal en naakt in de kou. Afzien dat die boom dan doet, heel zijn lichaam is verwrongen, kwelling en tortuur zijn zijn lot, denken wij dan, in een opstoot van 'retour à la nature' en romantiek  'après la lettre.


De getormenteerde boom aan Boones Blijk

Echte romantici zetten in hun tijd maar wat graag een boompje op: ik denk aan Caspar David Friedrich - de eerste belangrijke Duitse romantische schilder - en aan Léon Spilliaert, dandy uit het begin van de twintigste eeuw, en ook niet echt een realist. Als je van een getormenteerde kunstenaar spreekt, dan is hij het wel. Van Friedrich ken ik 'Der Rabenbaum, een kale boom in de wind waarnaast een aantal raven vliegen en dreiging evoceren, van Spilliaert is er een aquarel op papier uit 1941 die gewoon 'Bomen wit en zwart' heet en die zonder meer duidelijk maakt waar het bij Spilliaert om te doen is.

Caspar David Friedrich: Der Rabenbaum



Léon Spilliaert: Bomen wit en zwart, 1941

Maar ik had het dus over de boom aan Boones Blijk: lang, tot in een eind van april heeft hij er kaal bijgestaan, maar nu heeft hij zich weer aangekleed. Ik noem dat: 'Hij heeft zijn kwellingen en zijn winterse dood waarom hij zo treurde achter zich gelaten en ziet er nu weer gezond in leven uit.' Vic spreekt over een 'metamorfose' gaat dan poëtisch verder: 'Nu ineens een grootse winterlinde gedrapeerd in een langhangend lentekleed van kleine blaadjes'. Mooi en zeer de moeite vinden we de natuur ongetwijfeld.

De boom schijnt een kleinbladige linde of winterlinde te zijn. Grootbladige of zomerlindes bestaan ook, maar onze linde houdt het bij klein lover. Dat determineren is ook belangrijk: je kunt de natuur wel mooi vinden en ze vol menselijke gevoelens gieten, maar je moet wel weten waarover je het hebt: niet alle koeien heten Blaar en 'een kieken is geen mus', zoals dat vroeger in onze kindertaal heette.
En hout heet eik of beuk of linde, of anderszins. En we willen het allemaal correct benoemen: orde in de chaos scheppen is dat, en een begin van begrijpen.



Onze winterlinde in lentekleed




Geen opmerkingen: