zondag 2 mei 2010

Van Sicilië via de aswolk naar Bourgondië

Ik zit met Jasper nog in Amsterdam als de berichten over de aswolk, vrucht van de Yslandse vulkaan, steeds dreigender worden. Dieuwertje, die mee naar Sicilië gaat, stuurt mij een ongerust berichtje: ze vreest dat haar vakantie in aslucht opgaat. Ryanair is meer dan vooruitziend en neemt alle ongerustheid weg: geen vluchten voor woensdagmiddag. Klaar en duidelijk, sec en ad rem. En ook ik zal Trapani voorlopig niet zien. Gelukkig zijn er nog auto's om je ecologische voetafdruk op peil te houden, bestemmingen die met zo'n vehikel best bereikbaar zijn, nog steden en streken die de reis waard zijn en in geval van nood dringend bezocht moeten worden, en zo wordt de tweede keuze, het alternatief, het eerste doel: Dieuwertje en ik gaan gewoon vier dagen naar Bourgondië, naar de heimat van onze voorouders. Le nom oblige, denken we dan maar.

Via het internet is 's maandags een hotel zo geregeld, en dinsdag om half zes staan we in Beaune, vader en dochter, elektrische rolstoel in de bagage incluis. Overigens, dat hotel behoort tot een keten die in het Latijn van deze dagen 'Best Western' heet. De keten is trots op zichzelf en zijn logo: je krijgt bij een overvloedig ontbijt een servetje waarop dat logo: 'Best Western' met een gestileerd kroontje erboven, en eronder, voor diegenen die ook Frans verstaan: 'Les Plus Français des Hôtels Internationaux'. De francofonie is onverwoestbaar, dat is duidelijk!

 Les Plus Français des Hôtels Internationaux!

Ik haast me om er bij te zeggen dat hotel, service, ontbijt, ontvangst, ligging en tutti quanti 'impeccables' waren: niets op aan te merken, niets dan lof.

Onderweg hadden we het weer al mee: hoe zuidelijker je komt, hoe verder de lente er al staat, wat behoorlijk aangenaam is om te ervaren na onze lange winterse grijsheid. En wat mij ook altijd treft als ik over Franse autowegen rijd: de uitgestrektheid van het land. Links en rechts nauwelijks huizen te bespeuren, geen dorpen, wel een weids landschap dat bijna helemaal landbouwgebied is, weinig bossen ook, vrij uitzicht zover het oog reikt. Het geeft mij het gevoelen dat ik vroeger ook al had: dit is echt een groot land; ik kan er kennelijk nog altijd van onder de indruk zijn.


 Aire de Saint Brice (omgeving Laon): de lente al meer opgeschoten


Weids Frans landschap met gele koolzaadvelden

Place Carnot, Beaune

Hoe je je gelijk thuis voelt: de belangrijkste straat van Beaune is de 'rue Carnot', het mooiste plein de 'place Carnot',  een zichzelf respecterend bar-restaurant heet 'Le Carnot'. De naam is die van Lazare Carnot (1753-1823), briljant wiskundige en generaal in het Franse revolutionaire leger. Hij is geboren in Nolay, een dorp vlak bij Beaune, en heeft in de roerige tijden en later dan weer voor Napoleon grote verdiensten gehad. Hij heeft ook zijn naam gegeven aan de Antwerpse Carnotstraat: eerbetoon voor zijn aandeel in de verdediging van de stad in 1814. In de jaren 60 van de negentiende eeuw is er zelfs een standbeeld voor hem opgericht; dat ligt nu op de schroothoop der vergeten glories.

Ten slotte: restauratie van onszelf op het terras van 'Le Carnot'. Om acht uur 's avonds is de temperatuur er nog best aangenaam en genietbaar. En morgen gaan we met z'n tweetjes het stadje terdege te lijf.






Geen opmerkingen: