maandag 27 september 2010

Sicilië - dag 2: Erice II

Naast die 'Matrice' staat natuurlijk ook een 'campanile', hoewel die op het eerste gezicht weinig van een kerktoren heeft: je zou denken dat het eerder om een donjon van een versterkt kasteel gaat, met kantelen incluis. Voor een kerktoren ziet hij er veel te massief en te stoer uit: aan de linkerkant zie je trouwens nog een schietgat. Van daaraf  Erice verdedigen moet zeer goed mogelijk geweest zijn. Het gedeelte met de klok lijkt mij een latere verbouwing. Ook die constructie is gotisch, hoewel niet fanatiek, als je het mij vraagt. In die toren zie je wel geen echte Romaanse bogen meer, die hebben een knik gehad, maar van echte spitsbogen kun je bezwaarlijk spreken.


Campanile, eerst uitkijktoren?

 De toren schijnt terug te gaan tot de Punische oorlogen, toen Romeinen en Carthagers vochten om de heerschappij en controle van de Middellandse Zee, die na de Romeinse overwinning bescheiden 'Mare Nostrum' werd genoemd, alsof het om een speelvijvertje ging.

Op de top van de berg stond al tijdens de Feniciërs een tempel waar zij de godin Astarte aanbaden, de Grieken namen de zaak over en zetten Aphrodite in de plaats, de Romeinen deden dat nog eens over met Venus. Zij was kennelijk de beschermgodin van de zeevaarders. 's Nachts werd in het heiligdom een vuur aangestoken zodat het ook dienst deed als vuurtoren. Militair, strategisch en ook religieus moeten de toren en het heiligdom echt wel belangrijk zijn geweest.


Ontzag inboezemend

De dorstige laven is een werk van barmhartigheid: gelukkig is er een bar annex terras vlak bij de 'Piazza Matrice' waar we na kunnen puffen en uithijgen. En een paar wijntjes drinken, dat ook. We zitten daar vlak tegenover een straatnaambordje dat mijn aandacht trekt:


Wie was die man die zo jong gestorven is, wat heeft die gedaan dat er in dit oude middeleeuwse stadje een straat naar hem genoemd is? Mijn verbeelding slaat een beetje op hol: heldhaftig maar tragisch gesneuveld in een gevecht met de georganiseerde misdaad, hier in deze plaats waar alles rust en stilte is? Dat ga je dan op Google zoeken, en dan ontdek je dat het allemaal niet zo heroïsch was - hoewel - maar  tragisch alleszins. Het verhaal dat zich afspeelt de 30ste mei 1992: hoewel  hij die dag geen dienst meer had, hielp esposito toch twee collega's die op zoek waren naar daders van autodiefstallen en -beschadigingen in de buurt van de Porta Trapani, bij het binnenkomen van het stadje.  toen die twee collega's om twee uur 's nachts niets meer van hem hoorden, gingen zij hem zoeken en vonden hem dood terug. Hij was van de hoge stadsomwalling gevallen, met fatale afloop.
Op dezelfde dag in 2009 is een straat naar hem genoemd en de burgemeester heeft hem postuum het ereburgerschap van Erice verleend. Het straatnaambord eert zo terecht de dienstbaarheid en hulpvaardigheid van de jonge Gennaro Esposito. Niemand reist voor hem naar Erice - laten we wel wezen - maar zijn verhaal raakt een mens wel.

Op het terrasje worden we ook vrolijk - krijgen we de slappe lach - door nieuws uit West-Europa: in Nederland heeft een of andere 'dissident' de Gouden Koets beschadigd door er een theelichtje tegenaan te keilen. Hij is aangehouden. Hij zou naar verluidt verklaard hebben dat hij zeer boos was, dat hij wel iets moest doen, maar dat hij Apeldoorn niet naar de kroon wou steken en vooral dat het niet teveel mocht kosten.

Raar volkje de Sicilianen, maar de Nederlanders doen in deze competitie ook hun best, denk je dan

Sicilë - dag 2: Erice

We proberen een zinvol programma samen te stellen, maar dat valt niet echt mee. Niet dat er geen mogelijkheden zijn, die zijn legio, maar onderhandelingen over de prijzen van het vervoer vallen niet echt mee: zo wordt een afgesproken bedrag voor heel de groep, met name € 28, bij ons mogelijk toehappen plots € 28 per persoon, en dat scheelt natuurlijk een slok op de borrel. In feite scheelt dat een hele fles borrels, en zoveel geestrijk vocht willen we niet investeren. Maar we slagen er toch in ons voor € 12 naar Erice te laten transporteren, inclusief de tocht met de kabelbaan. 'Funicolare' noemen ze dat hier. Helmut Lotti heeft daar ooit nog eens een liedje over gezongen, meen ik: de pret kan dus niet meer op.

Erice is een stadje - in vroegere tijden belangrijker dan Trapani - waarvan de oorsprongen teruggaan tot een eind in het eerste millennium voor Christus: Carthagers, Grieken, Romeinen en Normandiërs hebben hier de dienst uitgemaakt. Die Normandiërs heten hier 'Normanni', maar ze komen wel degelijk uit Normandië, waar ze in 911 als Noormannen binnengevallen waren, en niet uit Scandinavië. De plaats ligt als een arendsnest boven op de gelijknamige berg, die ook 'La Montagna del Signore' genoemd wordt. Verder dan 'il Duomo' (de dom) of 'la Matrice' (de moederkerk) ben ik niet geraakt: rolstoel duwen is daarboven geen sinecure, en zelf rondlopen lijkt toch ook te zwaar. Maar de Matrice heb ik met de nodige aandacht bekeken: ik kan geen fatsoenlijke kerk voorbijgaan zonder dat ik geprobeerd ze min of meer grondig in me op te nemen. Het is niet dadelijk een bedwelmend mooi gebouw, maar het wordt gotisch genoemd, en dat is in Italië zonder meer al een, merkwaardigheid. Italië lijkt mij vaak van de Romaanse stijl gelijk op die van de renaissance overgestapt te zijn. En het is ook geen gotisch gebouw zoals in Noord-Frankrijk of bij ons. Veel minder versiering en tierlantijntjes, het ziet er iets robuuster en simpeler uit. Toch is met de bouw van de kerk pas begonnen in 1314, toen de gotiek bij ons toch al verder stond: we zitten hier aan de uiterste rand van Europa, en de Normandiërs zullen mogelijk de nieuwe stijl hier geïntroduceerd hebben. Mogelijk zeg ik, want het was Federico II  van Aragon, een Spanjaard, die het gebouw deed oprichten. Hij was het ook die de ' torre di vendetta' al in 1312 liet bouwen, en deze 'toren van de wraak' was dus een soort van donjon.


Erice: la Matrice

Dat de bouwheren ook nog met de Romaanse stijl in hun hoofd zaten, kun je zien aan het portiek. Boven de kerkdeur is een abstracte, geometrische versiering aangebracht: beelden van heiligen of apostelen, taferelen uit het evangelie ter stichting van de gelovigen zijn er totaal niet. Die geometrische versiering wijst op de zeer hoge ouderdom van het kunstwerk, op de overgang van Romaans en gotiek in dit geval. Een gids noemt de bouwstijl 'gotico-chiaromontano', en daarmee wordt volgens mij de gotiek uit die streek bedoeld. Het moet zoiets zijn als bij ons de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aarschot: dat is een voorbeeld van 'Demergotiek'.


Eerder eenvoudig portiek

In de kerk kun je je ogen volop de kost geven: na een instorting in het midden van de negentiende eeuw werd de kerk vrij snel gerestaureerd, maar een groot deel vann het oorspronkelijke interieur ging daarbij verloren. De versiering van de gewelven is op het eerste gezicht indrukwekkend, maar als je je foto's van dichterbij bekijkt, stel je vast dat het om een neo-gotiek gaat die niet helemaal voldoet.


Gotischer dan gotisch: te druk

In het hoogkoor is nog wel een origineel kunstwerk te bewonderen: een groot marmeren retabel dat de Heilige Maagd met Kind voorstelt, te midden van engelen en heiligen. Het werk komt uit 1531: houten retabels kun je genoeg zien, maar een marmeren is een zeldzaamheid.


Marmeren retabel uit 1531

Twee schilderijen trekken ook mijn aandacht: een 'Madonna met Kind' uit het einde van de vijftiende eeuw waarop de twee gouden kronen het geheel domineren en waar verder nogal opvallend met goud wordt omgesprongen. Het doet me - ten onrechte? - aan iconen denken, maar een bijna authentieke icoon zie ik aan de overzijde: veel nederiger is de voorstelling. De Moeder Gods houdt liefdevol haar kind in haar amen, maar kijkt de toeschouwer heel droevig aan, alsof ze wil zeggen: 'Ik ben wel de moeder van de Heiland, de redder van de wereld, maar ik weet ook dat ik hem op zijn 33ste af zal moeten geven.' Die uitdrukking vind je overigens op veel Griekse iconen terug. Mooi is ook dat je de Grieks-orthodoxe beeldtaal hier wel kunt zien, wat bij ons niet het geval is. Na het Oosters Schisma in 1054 zijn iconen bij ons compleet in onbruik geraakt, terwijl de traditie in Zuid-Europa langer heeft doorgewerkt.


Domenico Gagani (toegeschreven): Madonna met Kind


Icoon in authentieke Griekse traditie

Helaas is dit geen icoon uit lang verleden tijden: het is een werk uit 2008, van een kunstenaar die S. Messina heet, dat 'Madonna della Tenerezza' heet, 'De tedere Madonna' met andere woorden. Wat ik over beeldtaal en uitdrukking van gevoelens geschreven heb, blijft wel gelden, maar dit is geen spoor van een vroegere traditie, het is een opnieuw aanknopen ermee. En ik blijf het even mooi vinden.


zondag 26 september 2010

Sicilië - dag 1

Vijf maanden geleden zou ons klasje Italiaans zijn jaarlijkse Italiëreis ondernemen: niet naar de laars zelf, maar naar Sicilië. Het leek ons wel wat. Maar dat was zonder de waard gerekend, in dit geval de sindsdien alombekende Yslandse vulkaan Eyjafjallajökull: een Scandinaafse tongue twister met een verrukkelijke aswolkige nasleep. Ik heb toen mijn toevlucht gezocht in Bourgondië: ook niet te versmaden. Verleden week maandag - de vulkaan was al een tijdje in slaap gesukkeld - was het dan zover: wij naar Sicilië. Vertrekken deden we in onze achtertuin, dat wil zeggen in Eindhoven, dat wil nog preciezer zeggen vanaf  'Eindhoven Airport' zoals alle wegwijzers dat aanduiden. Want het is bekend dat in Brabant alleen Engelstaligen het vliegtuig nemen. Knap van die Nederlanders dat ze dat zo goed in de smiezen hebben, toch?

De vlucht - met ryanair, wat had je gedacht? - gaat pas om tien voor zes, maar wij waren al om drie uur op de airport: je weet maar nooit wat er nog uitbarst, een tweede keer zouden ze ons niet hebben! En wij - precies een elftal - dus babbelen en kabbelen tot een uur of zes, terrasje doen, vliegtuigje bekijken, geduldje oefenen.


Vier van de elf


Nog eens vier

Vertrouwd transportmiddel

Als we dan om iets over acht in Trapani Airport aankomen, blijkt het daar al compleet donker te zijn. Dat heb je: hoe zuidelijker je gaat, hoe vroeger de nacht valt, en we zitten niet zo ver van Afrika, wat we in Sicilië overigens nog anderszins zullen ervaren. Zonder problemen worden we naar ons hotel gebracht: 'Le Due Badie' ( de twee abdijen) in de Via Badia Nuova in de Trapani, een stad van 75.000 inwoners in het noordwesten van het eiland, op zo'n 100 kilometer van Palermo.

Het restaurant is vlakbij: gewoon vlak voor het hotel, op straat, in open lucht, in de Via  Badia Nuova zelve: we eten er twee avonden goed, maar als we volgens de plaatselijke uitbaters niet genoeg bestellen  - geen primo piatto, die nemen we niet - blijken we echt geduld te moeten oefenen, en de vindingrijke Trapanezen stellen ons voor, om het wachten draaglijk te maken en opkomende appelflauwtes voor te zijn, al maar 'bruschette' te nemen: dat is geroosterd brood met knoflook en olijfolie. Alleen: ze bieden die ons niet aan, ze proberen die ons aan te smeren. Betalen moeten we ze natuurlijk zelf. De transactie gaat niet door: gratis langer wachten heeft ook zijn charmes, vinden we dan. Terzijde: het straatrestaurant levert wel romantische foto's op. De mens leeft tenslotte niet van 'bruschette' alleen.


In lengte van avonden: romantisch tafelen