vrijdag 11 maart 2011

Weer thuis

Weer thuis! Dat wil voor mij zeggen in het Vennengebied, na een sombere winter waarin mijn scootmobiel alleen dient om boodschappen mee te doen. Hoewel, de dertiende februari heb ik de protestwandeling meegereden: het was redelijk weer, maar na twee uur protesteren vanuit mijn rolstoel-met-batterij was ik verkleumd van de kou. Ik wist meteen weer waarom ik in de winter niet uitrijd, ook al had ik vanaf de uitkijktoren graag het besneeuwde landschap eens bekeken. Maar af en toe gebruik je beter je verstand.

Drie dagen geleden heb ik dat nog eens gedaan, de rede laten werken: de zon straalt met de volle kracht van de achtste maart, er is geen spatje wolk aan de hemel, stralend weer dus, maar toch een nijdige frisse wind. Lente is nog iets anders, hoewel, je voelt hem komen, of je hoopt hem komen. Ik dus naar de vennen, maar met de auto, want de accu van mijn Harley-Davidson voor gehandicapten loopt op zijn laatste benen - als ik dat zo mag uitdrukken - en ik dus autogewijs naar de natuur. Bijna een blasfemie is dat, ik weet het, maar nood breekt wet rationaliseer ik dan maar. En op de obligate maar geliefde plekken stap ik uit en maak een wandelingetje en wat kiekjes. Aan het Peerdsven bijvoorbeeld. Nooit zoveel water in het ven zien staan: het is door de restauratie (natuurherinrichting zeg maar) behoorlijk groter geworden, kan dus meer bevatten, en is inderdaad tot aan de randjes boordevol. Het moet toch een natte winter geweest zijn, denk je dan.


Het Peerdsven: vol blauw water en bomen die op herleven wachten (sommige tevergeefs)

De restaurateurs hebben het gebied ook netjes afgesloten: het ziet er pront en patent uit, het ven. Een eind verder kom ik aan het Ezelsven, dat al op Merksplas ligt, iets voorbij de Turnhoutse Nieuwe Bossen. 'Geheulse Dijk' heet de weg daar. Op een kaartje van Natuurpunt wordt die plek aangeduid als 'drasland', maar dat drasland wordt steeds groter, lijkt mij, en je kunt hier eigenlijk wel van een ven(netje) spreken. Ik kan mijn zin van net hierboven herhalen: nooit zoveel water in  het ven zien staan. En hier leeft de natuur al wat meer: de kieviten zijn terug, wat ik vroeg vind, achter het ven zie ik twee Canadese ganzen, en in het ven zijn drie eenden slobberend op zoek naar eten.


Het Ezelsven in  zijn volle uitgestrektheid


Zoektocht naar het dagelijks brood?

Eventjes verder, achter het Zwart Water maar nog op Merksplas, ligt een gebied dat 'De Kasteeltjes' heet: waar die naam vandaan komt, is me een raadsel, want al wat je er ziet zijn weilanden en rechts een populierenbos. Op De Kasteeltjes liggen ook twee plassen: ondergelopen weiland zou ik het noemen, maar waarschijnlijk is dat ook zogenaamd drasland. Op de linkse plas maken ganzen driftig gakkerend luidkeels ruzie om eten, zo vroeg op het seizoen dat nog moet beginnen, en kieviten roepen zoals voorgeschreven hun naam. Snippen zijn er nog niet te horen of te bespeuren, evenmin koeien in de wei: de lente is er nog niet echt. En veel water kun je zien, ook waar dat anders niet staat. En heel vroegwijze vroegrijpe madeliefjes: drieste bloempjes!


Onverwacht water


Drieste madelieven

Ten slotte: mijn auto geparkeerd aan het Bels Lijntje, achter de Grote Klotteraard, en  naar de uitkijktoren lopen. Het vertrouwde panorama, maar veel jong groen is er niet te merken. Boven op de toren kun je wel een foto nemen van 'Turnhouts Vennengebied: een toekomstimpressie'.  Dat is vandaag in alle betekenissen waar.


Toekomstimpressie van het Vennengebied

P.S.:

Op een weerwebsite van Zuid-Limburg (Netherlands) lees ik: 'Wat neerslag betreft was de winter opnieuw een vrij nat seizoen. (Wat een on-zin!) Er viel gemiddeld in onze provincie zo'n 210 mm neerslag, tegenover 180 mm neerslag normaal. Samen met het natte najaar zorgt dat er dus voor dat de bodem nog steeds helemaal verzadigd is van het vocht.'

Dat heb ik hier ook kunnen vaststellen.

P.S. 2: 

Wie ook al vaak te horen was: de tjiftjaf. Lees ik vandaag (17.03) in 'Natuur.blad', het driemaandelijkse tijdschrift van Natuurpunt in het artikel 'Lenteboodschappers' dat het vogeltje overwintert in de landen rond de Middellandse Zee, maar dat vanaf maart zijn roep weer volop in onze streken klinkt.
Een tjiftjaf heb ik nog nooit gezien (het is een klein, overwegend bruin vogeltje leert het artikel me), maar al zeer vaak waargenomen: je moet niet eens echt je oren spitsen. de tutreluur is ook zo'n vogel: die heb ik eens gehoord op de plaasen aan 'De Kasteeltjes', maar gezien? Ook nog nooit.


Zichtbare tjiftjaf

Geen opmerkingen: