donderdag 31 mei 2012

Kreta: Heraklion - Archelogisch Museum III

De twee zalen staan inderdaad vol interessante zaken. Uit de latere fasen van het paleis in Knossos zijn er bijvoorbeeld twee miniatuurmodellen in terracotta van een Minoïsch huis. Ik zou graag weten wanneer die modellen vervaardigd zijn: als ontwerpen voor de bouw, of als kleine weergave van het 'opgeleverde' huis: ik veronderstel dat zoiets moeilijk uit te maken is. Al moet gezegd worden dat de paleizen van Knossos en Phaestos ongetwijfeld een visie gestalte geven: beide hebben een centraal binnenhof, beide hebben een zogenaamd theater, enige structuur zit er duidelijk in. Wat ook zeker is: het huis was een behoorlijke 'villa', om dat woord maar eens te gebruiken, de bewoner zal niet de Minoïsche Jan Modaal geweest zijn.



Het terracottamodel, gezien van rechts en van links

Zeer eigenaardig ook zijn twee boompjes met vogels op de takken: het zijn vazen uit een veel later tijdperk: ze komen uit de periode 800-650 v.C. Het mannetje links dat op het eerste gezicht in zijn bad zit, stelt in feite een overledene voor in zijn sarcofaag: zo hielden mensen kennelijk de doden ook levend en hielden ze die bij zich.



Boompjes vol vogels en een sarcofaag met de dode erin

Uit de Grieks-Romeinse periode kun je toch een aantal beelden zien die de moeite waard zijn. Bijzonder is het beeld van een jongeman: zeer gaaf bewaard en zonder meer mooi vind ik het. Het heeft waarschijnlijk op het graf van de jongen gestaan.


De jongeman

Een Aphrodite hebben ze ook in het noodmuseum. Het gaat om een marmeren standbeeld: de godin houdt een schaal vast. Het zou uit de 2de eeuw na Christus komen, maar een kopie zijn van een origineel uit de 5de-4de eeuw v.C.



De marmeren Aphrodite


Het bezoek aan wat ik 'het noodmuseum' genoemd heb was zeer erg de moeite waard. Je ziet er kunstwerken van meer dan twee millennia: van 1900 v.C. tot 200-300 na, van de oudste Minoïsche tijden tot de Romeinse. En het zijn inderdaad topstukken die een overzicht geven van de vroege (kunst)geschiedenis van Kreta en van de werken daaruit. Zelfs de oudste getuigen van het Europese schrift zijn er te zien: tabletten met Lineair-A en Lineair-B: je staat er werkelijk te kijken naar de vroegste overblijfselen van de eerste grote Europese beschaving, zo'n 4.000 jaar geleden. Heel bijzonder is het allemaal: je maakt dat niet iedere dag mee.

dinsdag 29 mei 2012

Kreta: Heraklion - Archeologisch Museum - II

Een absoluut en wereldbekend topstuk is ongetwijfeld de 'Discus van Phaistos'; 'schijf' lijkt voor dit object een woord dat haast oneerbiedig klinkt. Maar die discus is er ook, in het Archeologisch Museum. Ik wist wel van zijn bestaan, maar toch was ik behoorlijk verrast: ik had verwacht dat de discus de grootte van een volwassen eetbord zou hebben, maar dat is helemaal niet zo: 15 cm diameter, niet groter dan dat. Hij is wel aan de beide kanten bewerkt, en dat wist ik evenmin. En gewoon van gebakken klei is hij, niet van een of andere nobele steensoort zoals marmer. Ondanks de kleine afmetingen en het materiaal waaruit hij gemaakt is, wordt de discus algemeen beschouwd als een van de belangrijkste en meest intrigerende vondsten ooit op Kreta, in 1903 was dat. Zelf is hij uit de periode jaren1700-1600 v.C., de paleo-palatiale periode noemen de archeologen dat. Aan beide kanten staan in twee spiralen afbeeldingen van bloemen, mensen en dieren. Wat dat allemaal betekent, weten we nog altijd niet: zeer intrigerend dus. Het populairst is de opvatting dat het een religieus object zou zijn, en de afbeeldingen zouden staan voor de woorden van een gebed of hymne.


De 'Discus van Phaistos': wat men beschouwt als voorzijde


Idem, achterzijde

Wat je zeker ook niet mag missen zijn de 'Slangengodinnen', de grote en de kleine genoemd, misschien zouden ze moeder en dochter voorstellen. De slang was ook een soort van heilig dier: ze konden aardbevingen voorspellen, dat wil zeggen ze vluchtten weg als er een aardbeving ophanden was,  en waren daardoor niet van geringe waarde voor de mensengemeenschap. De grote slangengodin is afgebeeld met ontblote borsten, wat dan weer een vruchtbaarheidssymbool is, en rond haar armen kronkelen twee slangen. De kleine strekt haar armen dan weer uit, en heeft in iedere hand een slang. Heel groot zijn ze niet, de beeldjes, maar alweer zeer intrigerend. Ze komen uit de periode 1700-1450 v.C., de neo-palatiale tijd.


De grote slangengodin

Ten slotte nog een stier. Bij het stierspringen werd ze kennelijk niet gedood, maar toch eindigden ze soms als offerdieren: op onderstaand beeld uit de Minoïsche tijd heeft het dier een band om zijn nek, wat erop schijnt te wijzen dat het geofferd zou worden. Mensen hebben goden overal gunstig gestemd met dierenoffers, in de meest uiteenlopende religies.


Offerstier (?)

maandag 28 mei 2012

Kreta: Heraklion - Archeologisch Museum - I

Vrijdag: ik heb mijn auto nu. Bestemming wordt Heraklion, meer bepaald het 'Archeologisch Museum'. In een reisgids lees ik dat het gebouw dat het museum huisvest, uitgebreid en gerenoveerd wordt. 'Naar verwachting gaat in 2010 een geheel vernieuwd museum open. Tot die tijd zijn de topstukken van het museum te zien in twee zalen van het administratiegebouw, dat grenst aan het originele museum'. Helaas, we zijn nu 2012, en die twee zalen zijn nog altijd alles wat er te zien is: de Grieken hebben de laatste jaren kennelijk andere varkentjes te wassen gehad.

Anderzijds moet ik zeggen dat er ook maar alleen topstukken te zien zijn, allicht het beste van wat het hele museum te bieden heeft, en dat is niet min: het is integendeel zeer erg de moeite waard. Je kunt er artefacten bewonderen vanaf het neolithicum en de vroeg-Minoïsche periode tot de Romeinse tijd. Die Minoïsche beschaving beleefde haar glansperiode van ongeveer 1900 tot 1450 v.C.: de grote paleizen waren de centra van politieke, economische en religieuze activiteit. Het paleis van koning Minos in Knossos in het bekendste en grootste - dat moet omzeggens de hoofdplaats van het toenmalige Kreta geweest zijn - maar ook in Phaetos, Malia en Zakros waren aanzienlijke paleizen. Die Minoërs vereerden de Moedergodin, en in die cultus  - die overigens zeer oude oorsprongen heeft - speelde de stier ook een zeer belangrijke rol. Ik kan me indenken dat hij bij uitstek het symbool van mannelijkheid voorstelde, en kennelijk bestond er een soort van sport die 'stierspringen' zou genoemd kunnen worden. De bedoeling moet daarbij geweest zijn 'de stier bij de horens te vatten' en er dan op een zeer acrobatische wijze over te springen.


Terracotta beeld van een stier

Dit beeldje stamt nog uit de tijd voor de paleizen belangrijk werden, de zogenaamde pre-palatiale periode die liep van 3500 tot 1900 jaar v.C.; de stierenspringers houden zich aan zijn hoorns vast. Alleen al van de ouderdom van beeldje geraak ik onder de indruk, en dan moet je je nog voorstellen of inbeelden wat de gevoelens van de springers of de toeschouwers kunnen geweest zijn, want egotripperij was dit zeker niet: dit was sport ten dienste van de cultus, voor het goed van de samenleving, zou je kunnen zeggen, en een geslaagde sprong zal waarschijnlijk de kracht en de sterkte van de samenleving bevestigd hebben. Overigens: het woord 'sport' komt van het Latijnse 'dispostare', wat 'zich verstrooien, zich afleiding bezorgen, zich ontspannen' betekent, en in die zin kan dat stierspringen onmogelijk een sport geweest zijn: het was letterlijk een dodelijk ernstige activiteit. Tenminste, dat is wat ik meen te mogen denken: ik ben geen expert. Mogelijk is dit alleen ook maar 'hineininterpretieren' vanuit de eenentwintigste eeuw.


Stiertje-over

Nog een bewijs van het belang van de stierencultus voor de Minoërs: een wandschildering die een springer uitbeeldt, terwijl twee vrouwen - voor en achter de stier - toekijken en morele steun verlenen.


Meer dan schematische uit werking van het thema

Een van de artefacten die mij het meest opvielen, was een stierenkop uit het mineraal serpentijn: het is een 'rhyton' of plengvat, gebruikt voor offers. Het werd gewuld via een opening aan de bovenkant en door een opening in de snuit kon het leeglopen. Je leert wat bij, hoor, bij zo'n museumbezoek. Die stierenkop is een prachtig stuk, ongelooflijk goed bewaard: hij komt uit de neo-palatiale periode, dat is 1700 tot 1450 v.C. Zoals het reisgidsje zei: alleen topstukken in de twee zalen. En er waren er nog veel meer.


Stierenkop: plengvat of 'rhyton'

zaterdag 26 mei 2012

Kreta: Chersonissos - het Leidse Plein

Traffic, dat autoverhuurbedrijf, ligt schuin tegenover het hotel. Ik ga daar eerst eens horen, en met iets meer informatie wil ik de straat weer in lopen, westwaarts als ik dat zo mag zeggen. Vlak naast Traffic vind ik een horecazaak, een brasserie meer bepaald. Allemaal zeer normaal, behalve de naam van het etablissement: 'Leidse Plein' heet het! Je komt overal ter wereld Nederlanders tegen, maar dit vind ik toch heel bijzonder. Ik denk: het Leidse Plein, daar moet ik zijn, en ga op het terras zitten, waarbij de kastelein me erg behulpzaam is met mijn rolstoel. Op mijn vraag wat hij zoal voor lekkers schenkt, antwoordt hij 'Duvèl', want hij heeft natuurlijk al de ware Belg in mij gehoord. Waarop ik dan weer welsprekend: 'Breng mij dan maar een Duuvel', alzo het begrip en de verstandhouding tussen de volkeren aanzwengelend.


Cafébaas in 't blauw

Ik vind het altijd leuk taalgenoten in den vreemde te ontmoeten, bijgevolg geraken we in gesprek. Natuurlijk wil ik weten of autoverhuurbedrijf 'Traffic' betrouwbaar is, en dan hij weer dat het een van de beste in de streek is. Hij bedingt me bij zijn buurman nog een aanzienlijke vermindering, bij mijn tweede duvel geeft hij me nog wat snacks toe, en de eenwording tussen België en Nederland is nu echt wel nakend. Tenminste in Koutouloufari, Chersonissos, Kreta. Op straat heeft de man ook voor de 'couleur hollandaise' gezorgd: een grote, knalgele plastic klomp staat voor zijn nering op een soort fiets geposteerd, je kunt meteen aan de Ronde van Kreta beginnen!


Aan de ketting, maar geschikt voor extreme sportexploten

Mochten er Grieken in zijn zaak verzeild geraken, ook daar heeft hij aan gedacht: voel je thuis is voor hem kennelijk van het grootste belang. De naam hangt netjes en mooi in het Griekse alfabet op zijn terras: het inheemse volk mag niet over het hoofd gezien worden!


Taverna Leidseplein

Een jonge kelner is benieuwd naar waar in België ik vandaan kom, en als hij Turnhout hoort, reageert hij: 'O, dat is bij ons vlak om de hoek!' Hij had jaren in Tilburg gewoond, een streekgenoot als het ware. Ik mag stellen: ik heb een paar leuke uren doorgebracht op het Leidse Plein in Kreta.

Nog iets over toeval, streek- en taalgenoten: zit ik op een avond is de rustige bar te lezen, komt er een echtpaar binnen dat gaat zitten aan het tafeltje vlak naast me. Ik hoor ze praten, en ik denk: die zijn ook niet ver van Turnhout. Ik spreek de vrouw aan en zeg:

'Aan jullie taal te horen, zijn jullie ook niet ver van Turnhout.'
Zij: 'Dat klopt, wij zijn van Turnhout.'
Ik: 'Ik ook'
Waarop de man: 'Uit de Molenbergstraat, hé!'
Ik: 'Hoe kunt u dat weten,'
Hij: 'Wij wonen daar ook.'

Ik woon in 62/6, zij een vijftal huizen verder, in de richting van de markt. Ik had de mensen niet herkend, maar zij zullen geweten hebben: dat is die buurman met zijn elektrische rolstoel. Die wordt door vrienden al eens betiteld als 'de snorrende snor' of 'the racing machine', ik val dus iets meer op, vermoed ik. Zelf noem ik het tuig nog wel eens mijn Harley-Davidson. Voor gehandicapten, wel te verstaan. In Kreta had ik hem natuurlijk niet bij me, maar ik had hem er rustig kunnen gebruiken. Hoewel: zonder heb ik van het eiland ook gezien wat ik wilde.
Een manuele rolstoel en zelf lopen in de mate van het mogelijke, en je komt ook een eind ver, heb ik vastgesteld.

donderdag 24 mei 2012

Kreta: Silva Beach, beschut rustoord

Silva Beach, ons hotel, is wat ik noem een 'holiday compound': een behoorlijk uitgestrekt stuk land vlak bij de zee met rond de zeshonderd kamers. Het stelt al wat voor, en zo zijn er wel meer te vinden op Kreta: onnodig te zeggen dat de toeristische industrie hier een essentieel belangrijke economische peiler is. En we zitten in de formule 'all in': dat wil zeggen dat je voor niets hoeft te betalen, alles in de prijs inbegrepen. Wil je buiten de maaltijden koffie of iets anders drinken: je doet maar. Er is een 'romantic bar' bij het grote zwembad, en in de buurt van de receptie een 'lounge bar', een rustige gelegenheid waar je 's avonds kunt zitten lezen, babbelen en keuvelen, een kaartje leggen of van andere vormen van kalme ontspanning kunt genieten. En cocktails savoureren, dat ook. Mijn favoriete drankje was een 'Greek Tiger', dat wil zeggen ouzo met sinaasappelsap en nogal wat ijs: zowel die cocktail als de bar waren best te maken. 'Ariadne' heet ze, die bar: een draad heb ik er niet gezien en breiende dames evenmin.


De "'romantic bar'

Die romantische bar was meer voor de uitbundigaards: elke avond was er een optreden of een ander soort van entertainment. Bandjes, sirtakiavonden, of een meidengroep die kwam hossen en huppelen (dansen was dat dan) zorgden voor rumoer, geluid en stemming. De toerist werd vermaakt, zou je kunnen zeggen, 'geanimeerd' in het jargon.

Voor de zonnekloppers: twee zwembaden, eentje bij de zee, een groter bij de romantic bar. Wie dat nog een zwaktebod vond, kon nog altijd de Middellandse zee in duiken: water voor iedereen, sans limite! Aan die zwembaden was het veertien dagen aan een stuk barbecue: de mensen lagen er eerder roerloos zon op te slorpen, 'braaivlees' te wezen, zoals de Afrikaners dat zouden zeggen. Als je er passeerde, kon je ook nog genieten van de zoete geur van uitgesmeerde zonnebrandolie: o, wat hadden die lui een pret!


Het centrale zwembad, met links op de achtergrond de 'romantic bar'


'Braaivlees' in volle actie

Maar ook de ware intellectueel - wat zeg ik: de ware wiskundige! - komt aan zijn trekken in 'Silva Beach': als ik van de receptie naar mijn kamer ging, stootte ik op de grafische weergave van de stelling van Pythagoras: Griekenland eert zijn geleerden! Ik heb die afbeelding nog wel eens gezien in een of ander vrijmetselaarsgebouw, in een vorige leven was dat, maar hier zomaar tussen het braaivlees: van verrassing gesproken, maar niet van heimwee.


Hersenkraker voor intellectuelen, met een klein rechthoekig driehoekje in het midden

Je hoeft in feite voor niets naar buiten of het hotel uit: het is een wereldje op zichzelf, bevolkt door veel variaties van de menselijke soort, en dat is op zichzelf al een gratis attractie.Mensen kijken kan best interessant zijn als ze zo geconcentreerd op een eerder kleine oppervlakte verzameld zijn. En ze kunnen zich laten gaan: de kans is klein dat je je ouders of je buurman tegen het gebronsde lijf loopt. Maar toeval bestaat toch, heb ik kunnen ervaren.


Onverlaat komt terug van een escapade in de Méditerrannée

woensdag 23 mei 2012

Kreta: een reis met bridgers

Marina Wynants signaleert me een paar maanden geleden dat de bridgeclub van haar broer Dick een veertiendaagse reis naar Kreta gaat ondernemen, en dat ook niet-bridgers best mee kunnen. Dat interesseert me natuurlijk, en de prijs valt ook nog eens mee. Wij dus maandag 7 mei het vliegtuig in, naar Heraklion. Ons hotel ligt 30 kilometer nog oostwaarts, in Chersonissos, vlak bij de zee: waar kunnen we nog beter zijn? En ik zit in een groep, wat voor een rolstoelgebruiker niet echt onbelangrijk is. Hoofdzaak is natuurlijk het bridgen en de competitie die zal gespeeld worden, maar uitstappen zijn net zo goed gepland.


Paul Cézanne: De kaartspelers

Alleen valt het begrip 'groep' niet mee zoals ik het verwacht had, maar wie ben ik? Wat de groep bindt, is het spelen van het edele kaartspel waarvan al sprake, en voor de rest zijn die kaarters vrije individualisten die doen waar ze zin in hebben: 'vrijheid blijheid' is uiteraard een zeer legitiem devies. En ik moet natuurlijk net zo goed mijn vrijheid blij invullen. Ik maak dinsdag een rolstoelwandeling door het plaatsje: de lange straat is een aaneenschakeling van niets anders dan souvenirwinkeltjes, bars, hier en daar een bank met de hoognodige geldautomaten en zaken die quads en auto's verhuren.


 Traffic Car Rental: wat mij betreft een huis van vertrouwen

Schuin tegenover ons hotel - Silva Beach, maar er is geen bos in de buurt - zie ik zo'n verhuurbedrijf, en ik leg meteen een ToyotaYaris Automatic vast voor drie dagen: vrijdag, zaterdag en zondag zal ik mobiel zijn en kan ik Kreta buiten de 'holiday compound' gaan verkennen: de horizon en de blik verruimen heet dat dan. En ik bedenk gelijk een drietal bestemmingen: Heraklion met het Archeologisch Museum en Knossos voor de Minoïsche beschaving, en Agios Nikolaos, meer naar het oosten van het eiland. Ik heb weer interessante vooruitzichten!


Toyota Yaris: uitstekend vervoermiddel

Van mijn rolstoelescapade steek ik ook al wat op: Chersonissos is niet alleen die lange mercantiele 'shopping lane' die toeristen moet verleiden, neen, die winkelstraat ligt in feite in drie deelgemeenten waarvan de oorspronkelijke kernen hoger ook de helling liggen, verder van de zee. Maar voor de toeristen en hun lieve geld is gewoon die lange fantasieloze straat dichter bij het strand aangelegd. Een schematische kaart duidt mooi aan wat er gebeurd is: de 'villages' liggen boven, en beneden is het een langgerekte badplaats met alle obligate neringdoeners. Het onderschrift op dat kaartje in in vier talen: Grieks natuurlijk, Engels, tot mijn verbazing ook Nederlands, en ten slotte Duits. En ons hotel blijkt dus in Koutouloufari te liggen.


De kaart van 'Chersonissos'

Fantasieloos noemde ik de straat: foto's ten bewijze:


Niet dadelijk duizelingwekkende architectuur is het, maar de hemel is blauw, de zon schijnt onverdroten en de temperatuur is zeer aangenaam: wat wil een Belg meer na zo'n miezerlente in eigen land? Je kunt natuurlijk ook vlak naast de zee lopen, en dan valt op hoe zuiver, helder en doorzichtig het water is: in Griekenland bestaan er ook dingen die het volle daglicht kunnen verdragen.


De transparante openheid van het Griekse zeewater

Ik neem me voor morgen en overmorgen verder te acclimatiseren, en het hotel, het 'resort' eens goed te verkennen. En te rusten en te lezen: reizen en toeristen mogen niet tot stress leiden, dat zou de ontkenning van de bedoeling zijn.

donderdag 3 mei 2012

1 mei: groene feestdag!

Aan het weer behoort een mens zich niet te ergeren: het doet wat het wil, en dit jaar was april bijzonder grijs en kil. Maar als er ons dan plotseling toch een paar lentedagen toevallen, dan trekken de mensen naar buiten, dan willen ze de zon opsnuiven en het groen gaan bekijken, zo van: hoe staat het ermee? Het Bels Lijntje is dan zeer begrijpelijk een druk bereden route.

Je rijdt voorbij het Haverven, dat weer wat uitgestrekter wordt - Natuurinrichting heeft daar echt goed werk gepresteerd - en je komt aan de uitkijktoren bij de Klotteraard. Dat is pas een idee geweest, die toren: zoals die mensen aantrekt die de weidsheid en de schoonheid van het Vennengebied willen ervaren, dat is uniek, als je het mij vraagt. Ik klauter ook graag elke keer naar boven: het is steeds de moeite waard. De Kleine Klotteraard staat, na de ruiming van het slib verleden jaar, weer lekker vol. Alleen de waterlelies zijn nog niet terug: je vindt er nu wel aan de andere kant van de oude spoorweg, alleen bloemen hebben ze nog niet, daarvoor is het nog te vroeg.


Waterlelies, ten westen van het Bels Lijntje

De Grote Klotteraard is bij zonnig weer altijd een mooi schouwspel: hij weerspiegelt de blauwe hemel en de witte wolken, en de nog weinige bomen aan zijn oever: gewoon prachtig, telkens weer en opnieuw.


Natuurlijk spiegelbeeld

Of je kunt de weidsheid van de wereld zien, gewoon door, vanuit een bescheiden poging tot kikkerperspectief, de oppervlakte van het ven en de horizon erachter te bekijken, en dan weet je: het Vennengebied is echt top, ook mede door de werken die er de laatste jaren, en nu nog, uitgevoerd zijn. Dit stuk natuur is echt gerevaloriseerd, en het resultaat is schitterend!


Schitterend stukje aarde

Veel bomen en struiken zijn inmiddels gerooid, nieuwe paden en wandelwegen zijn vrijgemaakt en schapen grazen op de vrijgekomen stukken grasland: ecologisch onderhoud van de natuur.


Natuuronderhoud

Het lijkt wel of de zon de vogels bevrijd heeft: ze laten zich overal horen, en je ziet er behoorlijk wat vliegen. Het is echt een geluid en gefluit van je welste: grutto's, kieviten, snippen, vinken en tjiftjafs. De natuur koestert zich aan de zon!

Groepen madeliefjes dicht bij elkaar bewijzen de het lente is, dat de natuur ook in grijze tijden niet stilstaat. Ook de eik, die er altijd als laatste bij is, zit al in het blad, maar hun volle wasdom hebben die nog niet bereikt: ze blijven een beetje bescheiden. Toch: dat jonge groen is mooi om te zien, er is weer groei en leven.


Samenscholing van madeliefjes


Nog schuchter eikengroen

Al die zaken kondigen aan dat er weer echte warmte en veel licht zal komen, en veel leven daardoor. En dat zien en horen, daar genieten de mensen van, 'natuurlijk', in de volle betekenis van het woord. Ik vind het elk jaar weer een bijzondere belevenis: de lente en het jonge leven doen de mens hopen en uitkijken naar het verdere verloop. Zoals je dat meemaakt met je eigen kinderen, toch?

dinsdag 1 mei 2012

Zeilvakantie 2: Met volle, bolle zeilen

Vandaag, 28 maart, is onze laatste dag op zee: terug naar Tenerife, Puerto San Miguel. De wind, die we de eerste dag tegen hadden zodat we op de motor moesten varen, zit nu echt wel mee: het is de eerste keer dat ik op de Astrid zit dat we werkelijk varen. En dat gaat behoorlijk vlot, de wind en de zeilen stuwen ons sneller door de golven dan de motor dat kon: het schiet op. Met alle volle, bolle zeilen klieven we door de zee. Je bewondert het zeilschip dat je voor het eerst helemaal opgetuigd ziet.

De bemanning moet stevig de handen uit de mouwen steken: het is werken geblazen. Ondanks de drukke bezigheden blijven veiligheid, overleg en behoedzaamheid de eerste prioriteiten: de zee is onberekenbaar en voorkomen is hier meer dan elders beter dan genezen. De 'crew' werkt voor welbegrepen eigenbelang, maar natuurlijk ook voor dat van ons, de passagiers: een echt verantwoordelijke baan hebben ze, de scheepslui. Het mooist wordt de instelling waarmee ze hun hun taak dienen uit te voeren, uitgedrukt op het windjack van Caroline: 'Festina lente' staat op de rugzijde, wat 'Haast u langzaam' betekent.


Terecht zeilerslatijn


Amaury excelsior

Voor ons is het natuurlijk een plezier de zeilen te bekijken, er de wind in te zien en te voelen, de snelheid van het schip gewaar te worden: te genieten in een woord. En er foto's van te nemen: je maakt dit niet alle dagen mee.



Na zo'n week besef je - ook door dat 'festina lente' - dat zeilen niet alleen een manier van varen is, maar ook een levenshouding, zowaar een metafoor voor 'op een goede manier je leven leiden'. En dan blijkt dat je meer meegemaakt hebt dan je verwachtte.

Ten slotte krijgen we land in zicht: Tenerife en Puerto Miguel doemen op. Op een prachtige reis kunnen we terugblikken, we hebben een schitterend eiland gezien, met de echte zee kennisgemaakt en ze beleefd, onze groep was top, en de 'crew', verdient alle bewondering en hulde. Thuishaven van de Astrid is Vlissingen, de schipper en zijn vrouw, Pieter en Ineke, zijn Nederlanders, de meeste leden van de bemanning ook: we voerden dan ook de meer dan passende vlag, die net uit de strijk leek te komen. Het moest een beetje netjes zijn, dat ook natuurlijk.


Eresaluut