dinsdag 29 januari 2013

Roger Raveel in Mol

In 't Kristallijn in Mol loopt op dit ogenblik, en nog tot en met 3 maart, een overzichtstentoonstelling van Roger Raveel: voor de liefhebbers: niet te missen! Ondertitel van deze expo is 'Zeven decennia werk van Raveel'. Er zijn  een veertigtal werken van de kunstenaar te zien: schilderijen, tekeningen en een object, dat in het handzame gidsje een objectschilderij wordt genoemd.En dat is dan het 'Karretje van de ruimte' uit 1991: het toont de belangrijke betrachting van Raveel 'het schilderij te laten uitvloeien in tijd en ruimte'. Het karretje is maar gedeeltelijk beschilderd en aan vijf zijden bekleed met spiegels, zodat het, afhankelijk van waar het staat, steeds een ander deel(tje) van de realiteit weerspiegelt, een grasplein en de hemel, of de vloer van een grote zaal en een deel van de zoldering. Wat je ziet, verandert zo steeds: der realiteit is ook niet echt te vatten, de waarheid van het karretje verandert steeds.


Karretje van de ruimte: uitvloeien


Karretje van de ruimte (1991) op de tentoonstelling; op de achtergrond mijn eigen karretje

Een tekening die er echt uitspringt, is die van vader Raveel, gedateerd 13.4.1971. Het is onbetwistbaar zo dat 'de vader' of de 'vaderfiguur' in het werk van Raveel een belangrijke rol speelt, maar daar gaat het hier niet in de eerste plaats om. Het is zijn eigen vader die hij hier weergeeft: eenvoudige man, op leeftijd en getekend door het leven. Rust, empathie en medeleven straalt het beeld voor mij uit.


Portret van mijn vader (1971), helaas niet rechtop

Vaak wil Raveel zijn schilderijen titels geven die met aandacht gelezen dienen te worden, wil je ze begrijpen, de titels en de schilderijen, bedoel ik. Zo is 'De illusie van de geborgenheid en de verschrikking van de witte leegte' (1987) best een mondvol, maar het is meteen een verklaring van het schilderij. Je ziet een klein deeltje van de kleurloze linkerkant van een vaderfiguur, die houdt het handje van zijn kind vast - een jaar of zeven lijkt het te zijn - en dat kind staat voor de witte leegte, het witte vierkant dat ook in veel van Raveels werken eerder prominent aanwezig kan zijn. Een denderend optimistische kijk op het leven is het niet, maar de zon schijnt ook niet alle dagen. Vader en zoon zonder valse sentimentaliteit, zou je kunnen zeggen;


De illusie van de geborgenheid en de verschrikking van de witte leegte, 1987

Ik ben al meermaals in het Raveelmuseum in Machelen-aan-de-Leie gaan kijken, maar dat werk had ik er nog nooit gezien. En zo waren er nog wel een aantal, daar in Mol, in 't Kristallijn. Reden te meer voor de liefhebbers om eens goed en aandachtig te gaan kijken.

zondag 20 januari 2013

Frans Masereel en Camille Huysmans

Frans Masereel schenkt dus twee van zijn houtsneden aan Camille Huysmans, 'Nocturne' uit 1932 en 'Le prophète' uit 1937: wat mij verwonderde, was dat hij de opdracht eronder in het Frans geschreven heeft. Vlaming tegen een andere Vlaming in het Frans? Toch een beetje raar!

Maar je vindt al snel hoe dat gekomen is: Masereel stamt uit de verfranste Gentse burgerij. Hij kende ongetwijfeld Gents, maar zijn dagelijks leven verliep in de eerste plaats in het Frans. Het doet me denken aan zijn oudere tijdgenoot Maurice Maeterlinck, de Gentse Nobelprijswinnaar literatuur, ook in het Frans natuurlijk. Bovendien heeft Masereel bijna heel zijn leven in Frankrijk gewoond: in 1910 is hij naar Parijs getrokken, en het was pas in 1929 dat hij voor het eerst terug naar België kwam: het heeft nogal wat voeten in de aarde gehad voordat hij hier weer binnen mocht. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog trok hij naar Genève, Zwitserland, neutraal gebied. Tegenover de Belgische consul aldaar bevestigt hij zijn dienstweigering.

Henri Van de Velde, toentertijd ook niet de minste Belgische kunstenaar, heeft er nog voor gezorgd dat Camille Huysmans, die in '27 minister van Kunsten en Wetenschappen was, zijn invloed voor Masereel  aanwendde, maar dat heeft geen resultaat gehad. Pas in 1929 komt zijn zaak, en die van vele anderen in orde, op een andere, perfect legale manier. Huysmans wordt vanaf 1933 burgemeester van Antwerpen, en in 1936 voorzitter van het parlement: het is mede dank zij hem dat Masereel in deze voor hem magere jaren een paar opdrachten krijgt. Van de Velde zorgt er ook voor dat in 37 een tweetalige bibliofiele uitgave van 'La légende d'Ulenspiegel' van Charles de Coster verschijnt, met Masereels illustraties, en met een voorwoord door Camille Huysmans. De kunstenaar en de politicus waren meer dan namen voor elkaar, ze apprecieerden elkaar, dat is duidelijk. Dat Huysmans een afdruk van 'Le prophète' krijgt, bien cordialement dan nog, is zeer begrijpelijk.


Isidoor Opsomer: Camille Huysmans

De dienstweigering van Masereel in 1914 was geen laffe vlucht van een 25-jarige die in dienst moest, maar niet wilde. Hij was een zeer overtuigd pacifist, weigerde uit diepe overtuiging de wapens op te nemen. Bovendien: hij had vrienden zowel in Frankrijk als in Duitsland. Toen in de jaren 30 de nazi's Duitsland overgenomen hadden en de Tweede Wereldoorlog steeds driegender werd, liet Masereel zijn principiële pacifisme toch varen: dit keer werd het vechten tegen het nazisme dat de beschaving ten onder zou  kunnen brengen. Ook in Duitsland had zijn faam zich verspreid, maar de nazi's deden er alles aan om hem te verketteren: Masereel wordt bestempeld als 'pazifistischer Bildagitator in jüdisch-marxistischem Dienste'. Wat hij maakte, was natuurlijk 'entartete Kunst'.
Frans Masereel, Zelfportret, 1923

Uit 'Masereel, een biografie' van Joris van Parys is mij duidelijk geworden wat voor een groot kunstenaar de man was, hoe maatschappelijk relevant hij was, en nog is. Zijn roem had zich over heel Europa verspreid, zelfs in China verschenen tijdens zijn leven (piraat)uitgaven van zijn werk. Hij was bevriend met de knapste Europese koppen van zijn tijd: de schrijver Stefan Zweig is daar ongetwijfeld de bekendste van.

Ik zou het allesbehalve een slecht idee vinden om Frans Masereel te eren met een grote retrospectieve in Bozar bijvoorbeeld. Zelf heb ik inmiddels de grootste bewondering voor de man.


Houtsnede uit 'De stad'