vrijdag 15 februari 2013

'Gevloerd en betegeld' in Jugendstil

De verrassing van mijn vakantie vorig jaar in Blankenberge was de Sint-Rochuswijk, aangelegd eind negentiende, begin twintigste eeuw: het aangroeiende toerisme van de bezittende burgerij vroeg nieuwe straten, nieuwe huizen en moderne versieringen. En dat betekende ook nieuwe vormen, krullen en rondingen, bloemmotieven, de natuur, sierlijke vrouwen: Jugendstil. Prachtig vond ik het, de stijl blijft fris en jong, hij heeft een terechte naam.

Als ik dan verneem dat in het MIAT in Gent, het Museum voor Industrie, Arbeid en Textiel, een tentoonstelling gewijd is aan Jugendstiltegels en -panelen, vermoed ik dat die best de moeite kan zijn, dus ik naar Gent. Ik moet op de eerste verdieping van het museum zijn, en dat is geen probleem, ook niet voor mijn elektrische rolstoel. Een nadeel: je mag er geen foto's nemen, maar voordat iemand me dat kwam zeggen, had ik er al vijf gemaakt.

Wat onmiddellijk in het oog springt zijn zeven wandtableaus van ene Henri Privat-Livemont. Ik zeg 'ene', maar dat is behoorlijk oneerbiedig: de man, een geboren Brusselaar, was rond de eeuwwisseling een van de vooraanstaande Jugendstilkunstenaars zonder meer, hij werd zelfs bedacht met het epitheton 'de Belgische Mucha'. Nu is hij helaas een beetje vergeten, tenminste ik had zijn naam nog nooit gehoord. Die panelen zijn gemaakt onder andere in 1897, en een Vlaamse keramist, Paul Kenens, heeft ze onlangs gekopieerd of gerestaureerd. Zo kun je op die tableaus hier en daar twee jaartallen lezen, 1897 en 2008 bijvoorbeeld. Gracieuze vrouwenfiguren schiep Privat-Livemont, zoals het hoorde toen, meer dan honderd jaar geleden.


Privat-Livemont (Paul Kenens): de gratie van Jugendstil

Echt typisch is ook een bloementableau, een drieluikje bijna. Links een stokroos, een plant die toch wel groot kan worden en die veel bloemen draagt: uitstekend voor die kunstenaars om natuurlijke vormen weer te geven. In het midden een rozenstruik, rechts margrieten, alles in een soort van romantisch aandoend landschap. De kunstenaar van dit fraais heb ik niet kunnen achterhalen, maar geslaagd vind ik het wel.


Natuur en bloemen ten overvloede

Als je de tentoonstelling gezien hebt, kun je aan het fiets- en wandelparcours dat eraan verbonden is, beginnen. Het boekje 'Tegels in Gevels - Gent' geeft de nodige uitleg en maakt het parcours duidelijk. Vlak bij het museum, in de Kongostraat zie je twee paneeltjes die niet dadelijk iets met Jugendstil te maken hebben: twee raceauto's dienden als uithangbord van een carrosseriezaak. het eigenaardige is dat in  dit pand ook nu nog een garage gevestigd is.




Kongostraat 17, Gent

Een mooi versierde erker vind je in de Penitentenstraat, op een herenhuis uit 1911. Hier zijn de florale motieven weer volop aanwezig: blauwe irissen zijn het, aangevuld met gele en groene versiering.


Penitentenstraat 22

De meeste van die tegels echter bevinden zich in straten aan de andere kant van Gent, voorbij het Station Gent-Sint-Pieters. En het was wel redelijk helder weer, maar ook best koud, en daar met de rolstoel naartoe rijden zag ik niet zitten. Dat wordt iets voor de lente, als de zon weer volop warmte geeft. Zo'n weer hoort ook bij Jugendstil, troost ik mezelf dan maar.

Geen opmerkingen: