donderdag 25 april 2013

Henri Matisse: la couleur découpée - II

In een boekje van Gilles Néret, "Henri Matisse - Cut-outs" , uitgave Benedikt Taschen, 1994, vind ik op pagina 7 een interessant fragment:

"Zuidpool, Noordpool": op die manier schijnt Picasso de twee meest gerenommeerde schilders, die de grootste rol in de schilderkunst van de 20ste eeuw hebben gespeeld, gedefinieerd te hebben. Matisse en Picasso waren echt grote rivalen: hun betrekkingen tijdens meer dan een halve eeuw waren gebaseerd op discrete vriendschap, als we al niet beter over geheime verstandhouding kunnen spreken. De dichter van de kleur vond zijn tegenhanger in de man die alle vormen openbrak."

In 1943 nam Matisse voor het eerst zijn toevlucht tot beschilderd papier waar hij dan de vormen die hij wenste, uitknipte. Het eerste grote resultaat was het album 'Jazz', dat hij evalueerde als "improvisaties in kleur en ritme - zoals die van een Louis Armstrong en een Charlie Parker". Een aantal platen uit het boek zijn ook op deze tentoonstelling te zien: het is opvallend hoe licht en fris ze zijn, kenmerkend voor veel van zijn werken. Overigens zijn zijn herinneringen aan het circus prominent aanwezig in dit werk: 'De messenwerper' is er een voorbeeld van.


Uit Jazz: De messenwerper, 1943-46


Uit Jazz: Vormen. Wit torso en Blauw torso, 1944

Nog steeds met dezelfde techniek ontwierp Matisse modellen voor glas-in-loodramen, keramiek en stoffen, onder andere voor hoofddoeken en zelfs kazuifels die dan dienden voor 'La Chapelle du Rosaire' (de Rozenkranskapel) in Vence waarvoor hij de binnendecoratie maakte. Zo een zeer geslaagd werk is 'Les Abeilles', waarvoor hij alleen met papieren kleurblokjes werkt: de twee zwart-wittte rijen die van rechts naar links een boog over werk maken stellen de bijen voor, en centraal onderaan is er een verdwijnpunt van waaruit stralen gele blokjes vertrekken, zonnestralen dus. Blauw, rood en groen maken 'Les abeilles' volledig. Het ritme dat dit werk uitstraalt, vind ik prachtig, kijken is hier genieten geworden. Eigenlijk moest het 'De rivier des levens' symboliseren in de kapel van Vence, maar dat is er dus niet van gekomen.


Les Abeilles, ontwerp voor een glas-in-loodraam dat te zien in in de Henri Matisse School in zijn geboortestad

Een ander glas-in-loodraam was ook voor Vence bestemd: een dubbel venster (veel groter is dat) ziet er zeer gelijkaardig uit: kleuren en vormen kunnen moeilijk typischer Matisse zijn.


Typisch Matisse

Het boek 'Jazz' maakte Matisse voor Tériade, een vriend van hem die van Griekse afkomst was; zijn echte naam was Stratis Eleftheriadis. Hij was uitgever van kunstboeken en criticus. Voor Tériade ontwierp de kunstenaar de decoratie van zijn eerder kleine eetkamer (9 m²), die op deze tentoonstelling gereconstrueerd is.Je ziet 'De plataan', met zwart penseel getekend op de vierkante, witte keramiektegels, en daar tegenover het glas-in-loodraam 'De Chinese vissen' dat het buitenlicht vangt en de kleur in de kamer brengt, ook op 'De plataan' natuurlijk. Door dat spel van licht en kleur wordt de kamer duidelijk minder eng en benepen, en wordt de sfeer veel levendiger en aangenamer. Het ontwerp voor dat raam had Matisse ook met het ondertussen beproefde knipselprocedé gemaakt.


Le platane, met handtekening en datum: Matisse à Tériade, 24/3 52


Les poissons chinois


De hele eetkamer van Tériade

In het boekje dat ik al citeerde heeft Gilles Néret het over Matisses 'joy in painting the beauty of the universe'. En dat ervaar je ook wel zo: in 'La couleur découpée' spatten de vreugde en het plezier er inderdaad van af. Om het met een toeristengids te zeggen: 'Vaut le voyage.' Heel zeker!

zondag 21 april 2013

Henri Matisse: la couleur découpée - I

Henri Matisse is een kunstenaar voor wie ik altijd bereid ben een behoorlijke verplaatsing te doen: ik heb werk van hem gezien in Düsseldorf, voor 'La Danse' heb ik een weekendje Amsterdam uitgetrokken, en zijn model Lydia Delektorskaya heeft me in 2010 een eerste keer naar Le Cateau-Cambrésis gevoerd. Dat stadje in het 'Département du Nord' is de geboorteplaats van de man, en in het Palais Fénélon aldaar heeft hij een museum dat het bezoeken meer dan waard is. Op dit ogenblik loopt er een tentoonstelling met de titel 'Matisse, la couleur découpée - une donation révelatrice'. En 'les découpés' van Matisse - zijn knipsels - zijn echt bijzonder, dus ik nog eens naar Le Cateau. Het zal inmiddels duidelijk zijn dat ik het heb voor Matisse.


Henri Matisse

Tijdens de laatste tien jaar van zijn leven, vanaf zijn 75ste, ontbrak de schilder de kracht om nog te werken zoals hij dat altijd gedaan had, maar hij bleef niet bij de pakken zitten en zocht naar andere manieren om creatief bezig te kunnen blijven. Hij liet vellen papier door assistenten met gouache beschilderen, telkens eenkleurig, maar in totaal ging het toch over dertig verschillende kleuren. Uit die vellen knipte hij dan allerlei vormen en stelde daarmee nieuwe werken samen, kleinere, maar ook echt wel zeer grote. Op de tentoonstelling wordt hij 'le tailleur de lumière' genoemd en over zijn werkwijze kun je lezen: 'De grands ciseaux lui servent à révéler les formes, réunissant dans un seul geste la couleur et le dessin.' 'Schilderen met de schaar' zou je het kunnen noemen, en tegelijk een beetje beeldhouwen, want de afzonderlijke vormen zijn telkens verschillend. En vormen en kleuren samengebracht maken dan een schilderij, zonder dat Matisse zelf een penseel gehanteerd heeft.

De ondertitel van deze tentoonstelling, une donation révélatrice, duidt aan dat het om een schenking gaat: met name van de familie Matisse aan dit museum en aan het Matisse Museum in Nice, waar de man begraven ligt. Le Cateau heeft zo 443 knipsels gekregen, Nice evenveel. Ze zijn nooit gebruikt in een werk, maar de familie heeft ze ook nooit weg kunnen gooien. Het zijn overschotjes van de enorme voorraad 'découpés' die de kunstenaar had aangelegd: een artist's block' stond er kennelijk nog niet aan te komen toen hij in november 1954 op zijn 85ste stierf.


Seize découpées - zestien knipsels

Die ongebruikte elementen worden hier getoond: kleine en grotere. Op de foto zie je er die zo in 'La Gerbe' hadden kunnen zitten: ze zijn zeer gelijkaardig, maar niet dus. Op filmpjes kun je Matisse ook de vormen zien uitknippen: hij was best handig met zijn grote schaar, en hij wist zeer goed welke vorm uit het papier moest komen. Die knipsels worden ook geconfronteerd met afgewerkte kunst van de schilder, en dan zie je meteen hoe hij met verschillende vormen en kleuren een 'doek' bij elkaar puzzelt. Een prachtig voorbeeld daarvan is 'De Creoolse danseres, een werk uit 1950 dat al een beetje afmeting heeft: 2,05 bij 1,20 m. Veel beweging en kleur zit erin, en licht.


De Creoolse danseres, 1950

In 1930 heeft Matisse een reis naar Tahiti gemaakt, en daarvan keert hij terug met foto's, tekeningen en herinneringen die onder andere zijn werk van na de Tweede Wereldoorlog inspireren: twee echt grote 'doeken' zijn 'Océanie, le ciel' en 'Océanie, la mer': 177 bij 370 cm. Op een beige achtergrond zie je alle mogelijk leven - allemaal witte knipsels zijn het - in de hemel en uit de zee door elkaar evolueren. Niet zo kleurrijk als zijn meeste werk, maar indrukwekkend in ieder geval.


Océanie, le ciel, 1946


Océanie, la mer, 1946

De kunstenaar gebruikte hetzelfde procedé om boeken te ontwerpen, boekomslagen, glas-in-loodramen en ook voor een van zijn onbetwiste meesterwerken: de decoratie van de Rozenkranskapel in Vence. Een zeer rijk werk heeft Matisse nagelaten.

woensdag 3 april 2013

Africamuseum in Tervuren: beelden

Van in de basisschool was het geleden dat ik nog eens in het Africamuseum in Tervuren geweest was. Officieel heet het 'Koninklijk Museum voor Midden-Afrika', maar in gewone omgangstaal gebruikt de instelling zelf het woord 'Africamuseum', met een 'c'. Een jaar of vijftien geleden ben ik er toevallig eens voorbijgereden, en daarvan herinner ik mij dat er een groot beeld van een olifant voor het gebouw staat, maar verder dan dat ging mijn geheugen niet.

Ik kom er nu met mijn  vriend, beeldenfotograaf Yves D., en dat betekent dat beeld eerst eens goed bekijken en fotograferen, ha ja, dat spreekt vanzelf!
Op een informatiebordje van de VTB/VAB blijkt dat de beeldhouwer Albéric Collin was, dat het in 1935 op de Wereldtentoonstelling van Antwerpen gestaan heeft, en dat het gesponsord was door 'Côte d'Or', het chocolademerk. En daar ken je die olifant van: het bedrijf gebruikt de afbeelding nog altijd op zijn verpakkingen, zonder de mannen die op het dier zitten. Sinds 1938 staat het in Tervuren vlak voor het museum, en daar heeft ene Frans Olbrechts voor gezorgd. 'Ene Frans Olbrechts' (1899-1958) is in feite een zeer oneerbiedige manier van uitdrukken: hij was een zeer gewaardeerd volkenkundige en antropoloog, vanaf '47 directeur van het museum in Tervuren, die over Congo en de Congolezen behoorlijk wat gepubliceerd heeft. Ik heb trouwens nog een boek van hem staan, dat overigens helemaal geen uitstaans met Afrika heeft: 'Vlaanderen zendt zijn zonen uit', door het Davidsfonds gepubliceerd in 1942. (Een oorlogsuitgave die niets met Duitsvriendelijkheid of erger van doen heeft.)


De olifant van Côte d'Or voor het museum: product placing avant la lettre

Zeer merkwaardig is ook het beeld 'The Congo, I presume' van Tom Frantzen, dat in het park van het museum staat. Het werd er geplaatst ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de 'Koloniale tentoonstelling' van 1897. Dat de titel een verwijzing is naar Stanleys 'Dr. Livingstone, I presume?' zal duidelijk zijn, en het is zeker geen ondubbelzinnige verheerlijking van ons koloniaal verleden. Je ziet een aantal dieren en figuren, en Leopold II is er daar een van, maar duidelijk niet de grootste: een buste mag voor de man volstaan. Links van Leopold ligt een leeuw, tegelijk Belgisch en Afrikaans, maar die keert de koning de rug toe, hij verwaardigt zich niet hem aan te kijken. De drie Congolese krijgers boven de koning hebben dan weer geen voeten: ze kunnen niet lopen, ze kunnen niet weg, vrijheid hebben ze niet. Een heel andere mentaliteit en opvattingen liggen aan de grondslag van dit beeld: Leopold II zal zich zijn droom nooit zo verbeeld hebben.


Tom Frantzen, The Congo, I presume, 1997

Het leukste beeld in de buurt van het museum is weer van Tom Frantzen en het staat op de rotonde voor het Koloniënpaleis: het heeft de prachtige naam 'The Bandundu Water Jazz Band' (2005). Een achttal Afrikaanse waterdieren, als opgezet exemplaar te bezichtigen in het museum, vormen een jazzorkest, met alles erop en eraan: instrumenten, en met toeters en bellen. In de zomer spuiten de dierenbekken nog water ook: een stenen muzikaal fontein wordt het dan. Ik heb al wel eens minder geslaagde kunstwerken op rotondes gezien!



Tom Frantzen, The Bandundu Water Jazz Band, 2005

Nu het museum nog binnen: we zijn eigenlijk voor 'Spannende Spinnen' gekomen, een tentoonstelling over vogelspinnen en schorpioenen: waar een mens nog niet naar gaat kijken.

maandag 1 april 2013

Eklips: Tomi Ungerer - 3, Politiek & Erotiek

De politieke prenten van Ungerer behoeven niet al te veel commentaar: ze spreken voor zichzelf. In 1967 is de Vietnamoorlog het onderwerp par excellence: macht en schijnheiligheid worden aan de kaak gesteld. Een Amerikaanse tank schiet op alles wat 'hamer en sikkel' lijkt te zijn, 'hamer en sikkel' die in dit geval door een Vietnamees boven op die tank als doelwit voor de loop worden gehouden. De cartoon lijkt een passende variatie te zijn op de zegswijze 'een ezel een wortel voorhouden'. Nog een pittig detail: in een van de wielen van het oorlogstuig staat een hakenkruis.


Tank met hamer en sikkel, 1967


Cynisch ontluisterend is 'Vredeskus', ook uit 1967

'Obama' - zwart hoofd, wit pak -  sleept of zeult in 2010 het Amerikaanse kruis naar het einde van een licht afhellend vlak, en na het wit daarvan begint het onbekende zwart. Krachtige cartoon, vind ik het.


Obama, 2010

Wat voor soort VS Ungerer met 'Coney Island' genadeloos op de korrel neemt, is zonder meer duidelijk.


Coney Island, zonder datum

Twee erotische tekeningen hangen tegen de wand waarop ook staat te lezen: 'De obsessie is het beste wapen van de fantasie'. De eerste toont een poes die een slachtoffer probeert te verleiden met haar voluptueus vrouwenlichaam. 'Henriette -In 't hoerenvenster' is de titel, uit 1992


Henriette, 1992


Met zwier en brio getekend is 'Untitled, Cat o' Nine Domina 5': de meesteres met de zweep in actie!

Over allerlei maatschappelijke onderwerpen heeft Ungerer zich uitgelaten, vrijblijvend, soms dwingend. Bij Würth krijg je in ieder geval een prachtige staalkaart van 's mans veelzijdigheid te zien. Niet te missen!