dinsdag 28 mei 2013

Lille: Traits de génie

Je verblijft een week in 'Floréal - Le Panoramique' in Mont-Saint-Aubert, vijf kilometer ten noorden van Doornik, en die stad heb je op drie dagen al een beetje grondig bezocht. Het weer nodigt niet uit tot natuuruitstappen, maar Lille is vlakbij, en daar moet toch wel een en ander te zien zijn. Gevolg: een trip naar het dichtbije buitenland dringt zich op.

Veel scootmobieleren laat ook in Rijsel de regen niet toe, maar er is een wel 'Palais des Beaux Arts'. Daar loopt de tentoonstelling 'Traits de génie', een naam met een subtiele woordspeling, want 'trait' betekent zowel 'lijn' of 'streep' als 'kenmerk, karaktertrek'. Je krijgt dus geniale tekeningen te zien, van onder anderen Dürer, Michelangelo en Rafael: niet de kleinste jongens, zeg maar.

Van Dürer hangt er een 'Portret van een jongeman' van wie ik me de naam niet meer herinner. Hij kijkt open en rustig, maar ook zelfbewust de wereld in: dit is geen middeleeuwer meer, hier zie je een renaissancemens. En de kunstenaar was zich even goed bewust van zijn waarde: in de linkerbenedenhoek tekent hij goed leesbaar met 'Albrecht Dürer'.


Albrecht Dürer, Portret van een jongeman

Hetzelfde geloof in de mens en zijn waarde vind je bij Jacopo da Pontormo, Florentijns kunstenaar uit de eerst helft van de zestiende eeuw. Die man heb ik leren kennen in 'De Pont' in Tilburg, waar van Bill Viola een videofilm werd getoond die gebaseerd was op Pontormo's 'Het bezoek van Elisabeth aan Maria'. Hier zie je een studie waarin hij de schoonheid en de kracht van het menselijk lichaam oproept: drie fors gespierde mannen nemen alle mogelijke twijfels weg.


Jacopo da Pontormo, Drie mannelijke figuren

De man die mij in 'Traits de génie'  het meest aanspreekt, is Rafael, van wie er ook meer tekeningen te zien zijn. Kon die man tekenen! Je zou zeggen dat dit geen geniale trekken meer zijn, dat veel is meer dan dat. Alweer een prachtig portret van een jonge man, maar nu alleen het hoofd, veel meer close-up dan bij Dürer, met bijgevolg meer aandacht voor de uitdrukking van 's mans gezicht. Heel zacht komt dat me over, en tezelfdertijd zie je dat die jongen zeer goed weet wat hij wil: meesterlijke tekening!


Rafael, Portret van een jongeman

Met 'De Heilige Familie' zoekt Rafael zijn inspiratie in de bijbelse geschiedenis: de invloed van de kerk was niet zomaar ineens verdwenen. Maar de middeleeuwse sfeer is toch voor een groot deel weg: het is dan de Heilige Familie wel, maar deze tekening druipt niet van godsvrucht en eerbiedwaardige vroomheid, neen, zes mensen zitten gezellig bij elkaar te 'buurten', de kleine Jezus vlak voor Maria en Jozef besteedt ook al zijn aandacht aan het ventje. De vrouw links van Maria heeft haar eigen zoontje, dat al wat ouder is, ook meegebracht. Zij schijnt aan het gesprek deel te nemen, terwijl haar ventje met een hond bezig is, maar ook de toeschouwer aankijkt, zo van 'zie ons hier bezig'. Die tweede vrouw en haar zoontje zouden Elisabeth en de kleine Johannes de Doper kunnen zijn, maar dat is maar een idee van mij.

Rafael heeft een alledaags tafereel getekend, het plechtige sacrale is eruit verdwenen, van de heiligen heeft hij gewone mensen gemaakt, en daardoor is dit een zeer natuurlijk werk: iedereen zou zo'n onderonsje kunnen meemaken. Topwerk vind ik het.


Rafael, De Heilige Familie

Zeer mooi vind ik ook het portret van een jonge jongen met hoed. Het is van Carlo Dolci, iemand waar ik nog nooit van gehoord had. Hij blijkt een Florentijns barokkunstenaar geweest te zijn, en hoort helemaal in de zeventiende eeuw thuis. Dit werk lijkt mij nog zachter dan Rafaels 'jongeman', maar Dolci's jongetje is dan ook veel jonger. Toch kan ik me niet van het gevoelen ontdoen dat Dolci Rafaels werk zeker gekend heeft: de twee portretten zijn zo verwant!


Carlo Dolci, Jongen met hoed

Een tekening van een Fransman valt op: Jacques-Louis David met 'De eed van de Horatii'. Het schilderij met die naam (uit 1785) is een zeer bekend voorbeeld van het neoclassicisme: de Fransen gaan terug naar het heldhaftige Rome. Het werk past een beetje in een tijd van nakende revolutie, maar volks doet het niet echt aan. Het is echter Frans, en we zijn in Lille: 'un trait de grandeur française' mag hier dan wel doorsijpelen.


Jacques-Louis David, De eed van de Horatii

Kom ik tijdens dit bezoek een klas van de tekenacademie uit Mol tegen, die de verplaatsing speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt hadden: dat is pas de ware tekenspirit! En bij hen ook Alma, die ik al een paar jaar niet meer gezien had, en met wie het praten zeer prettig was, daar in Rijsel. Het toeval is gelukkig de wereld niet uit!

donderdag 2 mei 2013

En we stegen met een zucht...

Je 65ste verjaardag is bijzonder, heb ik altijd gevonden: je organiseert een etentje voor kinderen, familie en enkele vrienden en het wordt een gezellige avond. Obligaat en gemeend worden geschenken aangedragen: boeken en wijn. Mijn kinderen hadden er zich vanaf gemaakt met een envelopje met inhoud, dat wil zeggen een bon voor een ballonvaart! Ze weten dat dat al lang een gekoesterde wens van me is, en net nu, nu er al jaren geen sprake meer over geweest is, willen ze me de lucht insturen: mooi mooi mooi vindt vader dan!

In 2013 is het nog niet zo vaak ballonweer geweest, en voor begin juni moest ik door de hemelse sferen gezweefd hebben. Maar dan brengt eind april de oplossing, en de 28ste is het zover, oorspronkelijke plaats van afspraak: Hoogstraten. De wind zat echter verkeerd, en het werd opstijgen in Brasschaat, vanaf een grasveld in de straat genoemd 'Hemelakkers'. Dat kan alleen maar voorbeschikt zijn, het toeval bestaat niet! Toch niet voor ballonpiloten, mag men hopen. Bekwame ballonexperten maken het luchtvaartuig klaar voor 'take off', en om tien voor zeven zien we de grond onder ons langzaam verdwijnen.


Schaduwsilhouet van een vertrekkensklare ballon (fotograaf uiterst links)

Zeven passagiers en een piloot zitten in de mand, en we vliegen over de westelijke Noorderkempen. Mensen uit de streek hebben het over Gooreind, Wuustwezel en Achterbroek: niet dat we die dorpen allemaal echt goed zien, maar de juiste richting wordt aangeduid, een mens wil tenslotte weten waar hij uithangt. Het schietveld van Brasschaat Polygoon is het eerste landschap dat ieders aandacht trekt, hoewel er weinig aan te zien is: er wordt kennelijk nog altijd vrolijk op los geschoten, de begroeiing is zeer summier.


Centraal: het kale schietveld van Polygoon

Gelukkig geldt dat niet voor de rest van dit stuk Kempen: veel bosgebied, veel plassen en vennen, heel veel landbouwgebied. Van zo hoog ziet de wereld er inderdaad mooi uit: de weilanden lentegroen, akkers geploegd en geëgd, grijze grond heeft plaatsgemaakt voor verse zwarte, de bomen beginnen blaadjes te krijgen. Nooit gedacht dat ik het doorbrekende voorjaar vanaf dit standpunt zou bekijken: het heeft meer dan iets.


Weilanden en geploegde en geëgde akkers


Waterpartij, bossen en ballonschaduw

Het was die dag niet echt warm, maar daar voel je nauwelijks iets van: je vaart zo snel als de wind waait, en die voel je dus niet. En je leert waarom dergelijke ballons alleen vliegen tot twee uur na zonsopgang en vanaf twee uur voor zonsondergang: dan is de aarde nog niet, of niet meer zo opgewarmd dat er thermiek zou kunnen zijn, want dan kan varen met die tuigen behoorlijk hachelijk worden, het is een kwestie van veiligheid.

Tegen het einde van de tocht krijgen we nog een gezicht op het kasteel van Loenhout: een achttiende-eeuws gebouw waarvan ik het bestaan niet eens kende. Classicisme zoals het hoort!


Het achttiende-eeuwse kasteel van Loenhout

Landen doen we ten slotte op een weiland iets voorbij het dorp van Loenhout: voor Hoogstraten zat de wind niet oostelijk genoeg, dat hebben we dus rechts laten liggen. Maar de toren van dat 'stadje met smaak' (os Katrien, zoals een Hoogstraatse hem benoemde) hebben we wel gezien. Die landing was overigens perfect: zachtjes zette de piloot zijn ballon neer, niks verder glijden, geen mand die omkiepert, iedereen gaaf en gezond weer op aarde. In geen tijd wordt ballon en alles wat erbij hoort weer ingepakt, we worden nog gedoopt - een scheut cava over je hoofd - omdat we onze eerste ballonvaart gepresteerd hebben, en we worden teruggebracht naar de Hemelakkers, waar we in meer dan een opzicht vandaan kwamen.


Opgeruimd staat netjes

Met een zucht stijg je in het liedje 'tot boven in de lucht'. Tot in de stratosfeer zijn we niet geraakt, maar volgens het getuigschrift dat je ook nog krijgt, blijken we tot op 730 m hoog geweest. Dat document houden we met de verschuldigde piëteit bij: opdat het nageslacht opdat onze koene, dappere en moedige prestatie nooit zou vergeten, dat spreekt. En dat het mooi en de moeite was, dat moeten ze er ook bijvertellen!