zaterdag 31 mei 2014

Zepperen: Sint-Genovevakerk

En dan ben ik naar Zepperen gereden, 15 kilometer voorbij Hasselt, in de richting van Sint-Truiden, waar het ondertussen een deelgemeente van is. Je bent meteen in  Haspengouw, wat je merkt aan de fruitbomen. Maar daarvoor ben ik er niet gaan kijken: om de kerk was het mij te doen, de Sint-Genovevakerk met name. Die heeft een prachtige, stoere romaanse kerktoren: ik moest slechts de foto van de toren bekijken, om te weten dat het bouwwerk authentiek was. Dat wilde ik per se van dichtbij gaan bekijken.

Die toren dateert uit de twaalfde eeuw: hij is dus zowat 1.000 jaar oud!
Als bouwmateriaal werd silex gebruikt, wat in die tijden in Limburg (toen het graafschap Loon) niet ongebruikelijk was. Sterk is silex in ieder geval: er zal ooit wel wat restauratie aan te pas gekomen zijn, maar de toren staat er nog altijd imposant te wezen. De romaanse kerk zelf heeft in de periode 1430-1509 plaats moeten maken voor een nieuw gebouw in Demergotiek, die in deze streken toentertijd typisch was. Alleen de oude toren bleef behouden, maar er kwam wel een nieuwe spits op.


Sint Genovevakerk: de toren uit de 12de eeuw; op de voorgrond de classicistische kerkhofpoort uit 1765


Het deel vlak onder de nieuwe spits vind ik het meest geslaagd: symmetrisch geplaatste rondboogvensters met zuiltjes die die vensters nog verdelen. Het geeft het gebouw lichtheid en elegantie, het deed me zelfs denken aan Italiaanse campaniles, waar die manier van werken nog veel gesoftistikeerder werd toegepast.



Twee lagen elegante rondboogvensters

Naast de kerkhofpoort staat een bord met informatie over het dorpsplein (het Sint Genovevaplein) en een tekening van het plein met de belangrijke gebouwen.
De tekst vertelt dat er al rond het jaar 650 een 'bedehuis' (kapel of kerkje) was gewijd aan de Heilige Genoveva van Parijs, en je leert ook de oude Latijnse naam van het dorp: 'Septimburias' komt voor in een heiligenleven uit het einde van de achtste eeuw, het woord betekent 'zeven koten'. Links naast de kerk staat de pastorij uit 1779, en erachter rechts is de 'Ouwerhoeve' met een duiventil met torentje uit 1665. Nogal wat merkwaardigs staat hier op een kleine oppervlakte bij elkaar: het plein en het dorpsgezicht zijn dan ook sinds 1983 beschermd. Zeer terecht, zeggen we dan.


Dorpsgezicht, beschermd sinds 1983

Maar het mooiste en interessantste heb ik dan nog zien: dat bevindt zich in de kerk, en dat zijn de muurschilderingen uit het einde van de vijftiende eeuw, of uit 1509 zeer precies: de bronnen verschillen van mening. Wat niet wegneemt dat die schilderingen een reisje naar Zepperen bijna een 'must' zijn.


Maria met kind, 1509 of iets vroeger

donderdag 15 mei 2014

Ravage - Leuven Museum M

In Museum M in Leuven kun je tot 1 september naar de tentoonstelling 'Ravage, kunst en cultuur in tijden van conflict'. De voor de hand liggende aanleiding is de brand van de stad op 25 en 26 augustus 1914, maar 'Ravage' is niet beperkt tot Leuven en de Groote Oorlog. Je vindt er werken van de vijftiende tot de eenentwintigste eeuw: oorlog, geweld, vernieling en verwoesting hebben kunstenaars altijd al gefascineerd. Mij hebben vooral die uit de modernere of zeer recente tijden aangesproken.

Een werk valt op door zijn afmetingen: 'een wandtapijt dat Floris Jespers in 1935 in opdracht van de Belgische staat. Het was een pronkstuk op de wereldtentoonstelling van New York in 1939, en is sindsdien in de VS gebleven: het is voor het eerst in bijna 80 jaar weer in ons land'. Dat lees je in een bijlage van De Standaard, die je op de tentoonstelling mee kunt nemen. Het werk toont de verschrikking van de oorlog in Leuven: de brandende bibliotheek waardoor 300.000 boeken in de vlammen opgingen, een groot kanon, een eenzame moeder met kind, benen van een gesneuvelde soldaat die nog niet helemaal door de aarde opgeslokt is, een kapotte Griekse zuil, een Belgische soldaat die helemaal alleen ook niets vermag. De rampspoed en de onmacht van België tegenover de Duitse overmacht en gruwelen duidelijk in beeld gebracht. Maar de redding en de hulp kwamen van over de Atlantische Oceaan: in een handpalm twee vredesduiven, links schepen en 'marines' die voedsel aanvoeren, boven gezichten op Amerikaanse steden. Het vrijheidsbeeld is prominent zichtbaar, met daarnaast president Hoover, die in de oorlog voorzitter was van de 'Commission for Relief of Belgium'. Helemaal van onderen kun je lezen: 'The United States saved Belgium / from starvation during the war' en aan de rechterkant 'When  peace came they helped to rebuild / the country and its scientific institutions'. Duidelijke dankbetuiging aan het land dat ons in 44-45 nog eens zou komen bevrijden.

Floris Jespers wordt een modernistisch kunstenaar genoemd: het expressionisme heeft hij in ieder geval goed geassimileerd.


Floris Jespers, American Welfare - Commission for Relief in Belgium, wandtapijt, 1935

Een werk dat er om zijn picturale kwaliteit echt uitspringt is 'De brand van Constantinopel' van William Turner. Die ramp zou in 1836 gebeurd zijn, Turner is in 1851 gestorven: in de vijftien tussen de twee jaartallen is het schilderij dus ontstaan. De meeste schilderijen van brandende steden in 'Ravage' woekeren in geel en zwart: de vlammen en de rookkolommen moeten de verschrikkelijke verwoestingen scherp en indringend overbrengen. Bij deze Turner is dat niet zo direct het geval: hij schildert een breder gezicht op de stad, waarbij het licht voor hem veel belangrijker lijkt dan de waanzin van de oorlog. Toch is niet alles licht natuurlijk: donkere groepjes stedelingen staan naar de brandende stad te kijken. Het werk is niet zo zwaar geladen, maar schilderkunstig is dit voor mij het beste dat 'Ravage' laat zien.


William Turner, De brand van Constantinopel

Heel recent is de installatie van de Libanese Mona Hatoum: 'Bunker' vult een hele zaal. Zelf is ze van Beiroet afkomstig, en op haar stad is het werk dan ook toepasbaar, maar net zo goed op eender welke stad die het slachtoffer is geweest van een oorlog: haar concrete situatie heeft ze abstract gemaakt. In het Midden-Oosten zijn er plaatsen genoeg die deze installatie perfect kunnen aanvoelen. De stad heeft alleen legen straten, de gebouwen, hoog en laag, zijn beschadigd, je ziet kogelinslagen, maar helemaal geen leven. Een bunker om in te schuilen is er nergens: je kunt eerder zeggen dat deze stad het resultaat is van beschietingen uit bunkers. Je kunt de leegte, de troosteloosheid, het verlies ook zelf goed aanvoelen als je in dit kunstwerk rondloopt.


Mona Hatoum, Bunker, 2011


Foto van Homs, anno 2014: geen scheppende kracht

Zeer indrukwekkend is het werk van de Chinese kunstenaar Cai-Guo-Qiang. Het heet 'Black Fireworks - Project for Hiroshima en dateert van 2008. Een buskruittekening is het: de man is erin geslaagd te tekenen met sporen van verschillende soorten buskruit dat hij zelf tot ontploffing gebracht heeft. In dit werk zie je sporen van de ontplofte bom boven de Japanse stad: neerdalende stofpartikels. Onderaan rechts een beeld van het verwoeste Hiroshima met het vredesmonument: de naakte koepel van een tentoonstellingsgebouw dat als enige de atoomontploffing min of meer 'doorstond'. Op een wrede manier is het 'prachtig'.


Cai Guo-Qiang, Black Fireworks - Project for Hiroshima, buskruittekening, 2008

'Ex libris' - in dit geval 'gewezen boeken'? - bestaat uit een groot aantal foto's van door de Israëli's geroofde boeken uit Palestijnse huizen, instellingen en bibliotheken; in 1948 is dat gebeurd. Zo om en bij 30.000 boeken waren dat, en daarvan worden er nog 6.000 bewaard in de Universitaire Bibliotheek in Jeruzalem, in de categorie "A.P.", wat staat voor 'Abandoned Property'. Een puik voorbeeldje van Newspeak is dat! Emily fotografeerde deze boeken met haar gsm. Het werk legt ook de verbinding met de brand van de bibliotheekbrand in Leuven, waar helaas nog veel meer boeken verloren gingen. Mijn foto toont een christelijke tekst in Arabisch schrift en een afbeelding van Christus. Ik vond dat eigenaardig genoeg om het te fotograferen. En hij laat ook zien dat er Palestijnse christenen zijn: niet alleen moslims zijn het slachtoffer van de staat Israël.

Ironisch genoeg lees je onder Christus: 'Dolce cuore del mio Gesu' / fa ch'io T'ami sempre piu' '. Of: 'Zacht hart van Jezus, maak dat ik altijd meer van Je hou'. Dat is een verzuchting die een tentoonstelling als 'Ravage1914' overbodig zou maken, als iedereen ze in zijn geloof - Allah, Jahweh, God, de mensheid - kan realiseren.



Emily Jacir, Ex libris, 2010-2012 (fragment)


'Ravage1914' is alles behalve een herdenking van het heroïsche 'brave, little Belgium' van 100 jaar geleden. En dat is dan weer meer dan zeer goed.

dinsdag 6 mei 2014

'Olla vogala' en een poosplaats

Op zo'n prachtige lentedag als gisteren (05.05) moet ik naar buiten, dan rijdt mijn scootmobiel vanzelf naar het Vennengebied. Eerst een klein eindje Kempisch Kanaal en dan het Bels Lijntje in. 'In' inderdaad: de bomen en struiken staan al zo overvloedig in het blad dat je in overdekte Kempische serres rijdt, je zit binnen, in dat groen. En je hoort vogels alom: tjiftjafs, merels en vinken! Naderhand denk je: daar had ik een opname van moeten maken. Aan het Haverven roept de koekoek dieper in het bos, en als je aan de uitkijktoren bent, heb je de kieviten ook al gespot. Het is wel duidelijk: het leven heeft weer gewonnen, de lente laat zich uitbundig horen en zien. De brem staat kennelijk al een tijd in bloei: sommige struiken lijken zelfs op hun retour. Zacht voorjaar heeft zijn gevolgen.

Maar veel vogels zie je niet: vinken en tjiftjafs zijn te klein, de koekoek leeft liever verborgen. Tot je dan aan pas geoogste hooilanden komt, vlak ten noorden van het Zwart Water. Wat van het veld overblijft zijn korte grassprietjes waarin vogels met een langere bek in de aarde volop naar voedsel zoeken. Zo kun je een wulp bezig zien zijn inwendige vogel te versterken. Je hoeft geen onderlegd ornitholoog te zijn om hem te herkennen: hij heeft een naar omlaag gebogen snavel. 'De wulp wijst naar zijn gulp' luidt het geheugensteuntje.


Wulp op voedseljacht

Zo vaak heb in het Vennengebied wulpen nog niet kunnen observeren: een beetje bijzonder vind ik het dan ook. Maar hij had nog een collega-voedselzoeker: een eind links van hem was een andere vogel aan het werk. Ik dacht eerst dat het om een kievit ging, maar zijn roep klonk niet zo. Dan thuis maar in 'De complete natuurgids' gezocht: het blijkt een scholekster te zijn. Ik dacht dat die alleen in de nabijheid van kusten voorkwamen, maar de natuurgids zegt dat je ze ook in het binnenland vindt. Het is een mooie zwart-witte waadvogel met een opvallende oranje, rechte bek; hij wordt 40 tot 45 centimeter groot. Zo'n scholekster spotten is al bijzonderder.


Scholekster op hetzelfde hooiland

Als je dan weer richting Turnhout rijdt, moet je over de Geheulse Dijk, en die ligt op Merksplas. Vlak voor de Nieuwe Bossen (Turnhout) ligt wat ik het 'Ezelsven' noem: het is geen ven, maar drasland. Omdat er al vele jaren ezels naast dat watertje staan, noem ik het voor mezelf 'Ezelsven'. 'Koeven' en Peerdsven' liggen overigens in de buurt. In de zomer staat de draslandje droog, na de winter staat het behoorlijk vol. Dit jaar is het minder dan anders: droog voorjaar, weet je wel. Maar daar weer een andere vogel te kijk: een blauwe reiger. Zo extreem zeldzaam zijn die dieren niet: zo eentje heb ik wel eens over het Peerdsven zien vliegen, met een trage, ietwat majestatische vleugelslag, maar een die bleef waar hij was, dat was me nog niet overkomen. Zo'n reiger bezig zien, is voor mij dan ook heel bijzonder.


Blauwe reiger in het Ezelsven

Aan de Geheulse Dijk is nog iets merkwaardigs te zien, iets dat er voor de winter nog niet lag. Op een grote steen die door het water flink glad gemaakt is, zijn een aantal verzen gebeiteld. 'hier is het dat het langzaam welt / en aarde water draagt': zo begint het gedichtje. Aan de zijkant van de steen lees je de naam van de (vrouwelijke) dichter: Pien Storm van Leeuwen. De kleine 'v' duidt er al op dat het om een Nederlandse kan gaan, en dat is ook zo: Pien is Brabantse. Ze heeft zo meer versjes geschreven en die zijn dan te vinden op zogenaamde 'poosplaatsen' (het woord is van haarzelf). Vlak naast beekjes of water liggen die plaatsen 'waar poëzie en verpozen bij elkaar komen'. Die plek naast de Geheulse Dijk markeert de bron van de Mark, die op de Zandvenheide ontspringt. Vlak naast de steen staat natuurlijk een houten bank waar de mensen inderdaad een poos kunnen rusten. Pien Storm van Leeuwen heeft in de provincie Antwerpen nog een aantal poosplaatsen gerealiseerd, in onder meer Rijkevorsel, Hoogstraten en Baarle-Hertog. 'Ode aan de Mark' is ook uitgegeven als boekje met foto's en haar gedichtjes. Op haar website vind je meer informatie over haar: 'www.pienstormvanleeuwen.nl'.


Verzen bij de bron van de Mark

Zo is deze mij zeer vertrouwde scootmobielpromenade echt wel zeer bijzonder geworden: vogels gehoord en gezien, een poosplaats met verzen van een streekgenote in onze provincie 'Midden-Brabant'. Dat beleef je niet elke dag!