zaterdag 13 september 2014

James Ensor in Mu.Zee Oostende

Natuurlijk kan in een Oostends museum James Ensor nier ontbreken: hij is er niet zozeer met schilderijen, wel met etsen en tekeningen. Vaak laten die het anti-burgelijke, rebelse karakter van de kunstenaar zien, met sarcastische, soms niet altijd even subtiele humor. Voor de liefhebbers: om duimen en vingers van af te likken.

Fors antiklerikaal is 'Les infâmes vivisecteurs': die 'vivisecteurs' blijken geestelijken te zijn, de celebrant heeft daarbij een doodshoofd. Boven dat hoofd halen een dokter en een verpleegster de ingewanden van een Christus aan het kruis uit zijn lichaam: als blasfemie kan er dat al mee door! Uiterst rechts staan 'les bourgeois' het schouwspel gade te slaan. En of dat allemaal nog niet duidelijk genoeg is, schrijft Ensor zijn bedoeling er ook nog eens goed leesbaar bij: 'Imfâmes vivisecteurs / Je vous crache tout / mon mépris à la face'. Virulente godsdiensthaat noemen we dat.


Les infâmes vivisecteurs

Heel grof wordt hij in een ets uit 1889 die België en zijn 'doctrinaire voeding' typeert. De koning, een bisschop, leden van de hogere burgerij en een politieambtenaar of een militair zitten op de rand van een enorme ton gewoon op het onder hen verzamelde volk te schijten, en die drek en viezigheid heten dan 'Alimentation doctrinaire'. De politieman heeft een bordje vast waarop 'service personnel' te lezen is, een burger heeft 'instruction obligatoire' in zijn handen. Maar boven de 'schijters' schijnt de zon. Een overtuigd patriot is Ensor zeker niet geweest.


Belgique en 1889 - Alimentation doctrinaire

Dat ook het leven zoals het reilde en zeilde in zijn eigen omgeving hem niet koud liet, bewijst de ets 'Les gendarmes'. Toen de Engelsen hun vis tegen heel lage prijzen in Oostende probeerden te verkopen, werd de vangst van een Engelse boot door de Oostendse vissers overboord gegooid. Er kwamen rellen van, en de 'gendarmes' chargeerden en openden het vuur: drie doden en negen gewonden. 59 vissers werden door de rechtbank zeer streng gestraft. Dat greep Ensor zo aan dat hij er een ets over maakte: twee omgekomen vissers liggen in een bed bewaakt door gendarmes, de burgemeester houdt de huilende vrouwen buiten en een non bidt voor de zielenzaligheid van de twee mannen. Een illustratie van 'Alimentation doctrinaire', dat van zeven jaar later dateert, is het in feite.


Les gendarmes, 1892, olieverf op paneel

Een van de weinige echte schilderijen in Mu.ZEE Oostende is 'Ma mère morte' uit 1919, terwijl zijn moeder al in 1915 op tachtigjarige leeftijd overleden was. De vrouw is op de achtergrond van het werk te zien: op de voorgrond staan flessen en flacons medicijnen die haar niet hebben kunnen redden. Samen met het heiligenbeeldje rechts van achteren staan zij symbool voor het feit dat geneeskunde en godsdienst tenslotte machteloos zijn tegenover de dood. Tenminste, dat lees je op in de informatieve tekst naast het werk.


Ma mère morte, 1919, olieverf op doek

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen bezit de grootste verzameling van de werken van Ensor, maar wat hier in Oostende getoond wordt, mag meer dan best wel gezien worden: het is een onvermoede schat, die de schilder duidelijk als rebel laat zien.

Geen opmerkingen: