vrijdag 16 januari 2015

Jan Wierix, tekenaar en etser

Jan Wierix heb ik leren kennen, nou ja, werk van hem gezien op, de tentoonstelling over Rubens in Bozar, 'Sensatie en sensualiteit': daar hingen een aantal etsen van zijn hand naar het werk van de Vlaamse barokmeester. En zo heeft hij ook meegeholpen aan de verspreiding van het werk van Rubens in Europa: en ets is gemakkelijk te reproduceren en je kan ze overal mee naartoe nemen. Wierix werkte dan ook voor of in Rubens' atelier. De man is in 1549 in Antwerpen geboren en in 1620 in Brussel gestorven, wanneer renaissance naar barok evolueert.

Drie weken later kom ik hem een tweede keer tegen op de tentoonstelling 'Renaissancetekeningen' bij 'Mayer van den Bergh in Antwerpen: daar is hij vertegenwoordigd met drie tekeningen, waarvan er een als affiche voor de expositie gebruikt wordt. Dat is 'Het atelier van Apelles', die beschouwd wordt als de grootste schilder uit de Oudheid. Apelles schildert de maîtresse van Alexander de Grote, wordt daarbij verliefd op haar, waarop Alexander haar aan Apelles schenkt: zelf had hij genoeg aan haar levensechte naakt. Het aapje links naast Alexander is een symbool voor onkuisheid, maar dat beestje is geketend: de grote veroveraar houdt zijn driften in bedwang! Mooi verhaaltje is het alleszins, en een prachtige tekening.


Jan Wierix, Het atelier van Apelles

De Oudheid is een bron van inspiratie voor tekenaars in de renaissance, maar natuurlijk ook de bijbel en het scheppingsverhaal. 'God schept de dieren' is erg mooi: zo'n onderwerp stelt de tekenaars in staat een aantal verschillende dieren naar het leven tekenen en zijn kunst en vaardigheid te demonstreren. In 'Het atelier van Apelles' wordt de minnares van Alexander als Venus afgebeeld, naakt natuurlijk, maar 'God schept Eva' geeft Wierix dezelfde gelegenheid. In een idyllisch landschap kijkt God kennelijk tevreden naar zijn prille schepselen: we zijn duidelijk in het Aards Paradijs.


God schap Eva

Een zeer geslaagde tekening is ook 'Adam en Eva in het Aards Paradijs': het is kort voor de zondeval, Eva houdt Adam de appel al voor, de slang heeft zich al rond de boom van de kennis van goed en kwaad geslingerd, maar Adam heeft nog niet gebeten, het kwaad is nog niet geschied. Het gaat Wierix hier niet zozeer om de zondeval, maar om het Paradijs: heel veel dieren beeldt hij af, en die leven allemaal in harmonie met het mensenpaar. je ziet een struisvogel, een dromedaris, parende konijnen, een everzwijn, een giraf, al dan niet zeer correct getekend. Links van Adam zit een aap, symbool van onkuisheid, uiterst rechts zie je een eenhoorn de tekening binnenstappen, en die is dan weer het symbool voor de maagdelijkheid. Weer laar Wierix zien wat hij allemaal vermag, maar aap en eenhoorn geven het werk toch ook een gelaagdheid.

Alleen die drie tekeningen maken 'Renaissancetekeningen' al de moeite waard.


Adam en Eva in het Aards Paradijs

Vroeger gebeurde er ook af en toe wel eens iets uitzonderlijks, gebeurtenissen die in onze tijd ook nog de tv-journaals halen. Zo strandden op 22 en 23 november 1577 drie potvissen in het Zuid-Hollandse Ter Heyde. Toen ook voor Wierix belangrijk genoeg om de jammerlijke dood van de dieren met een ets te vereeuwigen: het dagelijkse leven, althans uitzonderlijke gebeurtenissen daarin, waren voor Wierix even veel waard als klassiek mythologie en bijbelse onderwerpen.


Drie gestrande potvissen in Ter Heyde, 1577

Ik neem aan de specialisten Jan Wierix natuurlijk kennen; voor de geïnteresseerde leek die ik ben, is dat wel anders. Veel namen van kunstenaars uit Antwerpens Gouden Eeuw zijn voor het grote publiek inmiddels totaal onbekend, terwijl hun werk toch van hoge kwaliteit getuigt. Het geeft je er een idee van hoeveel mensen toentertijd creatief bezig moeten geweest zijn, en hoe weinig wij daar op dit ogenblik over weten. Daarom, Jan Wierix, blij dat ik je leren kennen heb.