maandag 9 maart 2015

'Entartete Kunst' in Luik

Nog tot einde maart loopt in Luik, in 'La cité miroir' de tentoonstelling 'Entartete Kunst'. In 1939 slaagt de stad erin op een veiling in Lüzern negen van deze verwerpelijke schilderijen te verwerven. Die vormen de aanleiding om nu dit evenement op te zetten, met meer dan de negen in '39 aangekochte werken natuurlijk.

Dat 'entartete Kunst' die kunst is die Hitler en zijn getrouwen niet beviel, voor hen niet door de beugel kon, ook wel vernield werd, zal bekend zijn. Daartegenover stond de echte kunst, de 'Arische', de Duitse. De soldaat, kracht en heldenmoed moesten verheerlijkt worden, trouw aan de nazi-staat: die kunst werd een propagandamiddel, en Joseph Goebbels had dienaangaande dan ook een flinke vinger in de pap. De nazi's gingen heel ver in het verbieden van wat in hun ogen 'entartete kunst was. Alle Joodse kunstenaars vielen eronder, dus ook Marc Chagall. Wat naar decadentie of verwekelijking zweemde, werd evenmin gedoogd: Egon Schiele was dus ook niet oorbaar. De zaken niet 'realistisch' voorstellen was uit den boze: expressionisme werd in de ban geslagen, maar net zo goed impressionisme, fauvisme, kubisme en surrealisme. Alle avant-garde werd verketterd. Vele kunstenaars verlieten dan ook Duitsland, ook al omdat velen 'Berufsverbote' kregen opgelegd. Het spreekt vanzelf dat het landschap van de kunst en de kunstenaars  in het Derde Rijk zeer schraal en karig was. Net zo goed bestond er 'entartete Musik': jazz werd als 'negermuziek' bestempeld, Wagner daarentegen was het toppunt van cultuur.

In 'La citè miroir' worden toch heel wat zeer geslaagde voorbeelden van zogenaamde 'entartete Kunst' tentoongesteld. Van een Belg hangt er een mooi werk: 'De Dood en de maskers' uit 1897. De Dood, met zijn grimmige doodskop en in een witte kamerjas gekleed, bevindt zich pal in het midden van het voorplan: in zijn rechterhand houdt hij een blaker met net uitgedoofde kaars vast, de rook kringelt nog naar boven. Links en rechts van hem zes gemaskerde figuren, maar niet echt carnavalesk: het lijken mij mijn eerder idioten die hun lelijkheid naast de Dood afficheren. Boven hen zitten twee Magere Heins met de zeis in aanslag een montgolfière achterna: veel vreugde kan daar ook niet van komen, tenzij voor de Dood. Een opgewekt schilderij kun je dit niet noemen, maar toch zie je niets dan vrolijke kleuren: Ensor was een fantast, dat is genoegzaam bekend.


James Ensor, De Dood en de maskers

Zeer constrasterend daarmee is een werk van Erich Heckel: De ploeger. Het is een soort van bucolisch landschap, dat veel meer diepte krijgt als je er iets verder vandaan gaat staan. Twee ploegers aan het werk: wat kan daar entartet aan zijn? Het landschap is allicht niet Duits genoeg: mij doet het denken aan
Zuid-Amerika, en de rust die van die schilderij uitgaat was zeker niet energiek genoeg voor de Nazi's. Erich Heckel was stichtend lid van de kunstenaarsbeweging 'Die Brücke' die duidelijk nieuwe wegen zocht in de Duitse schilderkunst, maar expressionisme en hun vertegenwoordigers vielen natuurlijk niet in de gratie.


Erich Heckel, De ploeger

Van Carl Hofer, een andere nieuwe naam voor mij, is er 'Die Betrunkene' te zien, en die stelt voor wat een echte vrouw volgens de nazi's niet kon en mocht zijn. Ladderzat is ze, ze schijnt van haar liederlijkheid nog plezier te hebben ook, haar onderjurk - combinaison zeiden we vroeger - laat een borst al te prominent zien: natuurlijk vallen Hitler en Goebbels hier over. De vrouw in het Derde Rijk moest er heel anders uitzien: moeder van soldaten, dienstbaar, dapper en sterk.


Carl Hofer, Die Betrunkene

Een schoolvoorbeeld van 'enartete Kunst' vind ik op het internet, en het hangt dan ook niet in de Luikse tentoonstelling: dat is 'Dans rond het Gouden Kalf' van Erich Nolde, de zeer bekende Duitse expressionist. De scene komt uit het Oude testament, Joods dus. In een wilde dans hossen de figuren rond het Gouden Kalf, de vrouwen even onbeschaamd naakt als 'Die Betrunkene'. Daar hoeft verder geen uitleg meer bij.


Erich Nolde, Tanz um das Goldene Kalb

Een uitmundende Duitse expressionist was ook Franz Marc, De stichter van de beweging 'Der blaue Reiter'. Van hem is er 'Paarden in de wei', een eerder rustig, idyllisch werk. Maar daarop nog een blauw paard: dat is natuurlijk niet realistisch genoeg, dus, zoals alle expressionistische werken 'entartet.


Franz Marc, Paarden in de wei


Van andere bekende kunstenaars zie je hier dan weer werken: van Chagall, Picasso, Kokoschka, Gauguin om maar een paar grote namen te noemen. Van Chagall hangt er 'Het blauwe huis', dat op de achtergrond de stad Vitebsk toont, de geboortestad van de schilder in Wit-Rusland. Chagall was joods, en de Sovjet-Unie de baarlijke vijand die te allen prijze overwonnen moest worden. Niet dus.


Marc Chagall, Het blauwe huis

Gauguins 'De tovernaar van Hiva Oa' vond natuurlijk ook geen genade: dat is veel te exotisch, ver weg van het Arische ideaal. Dat kan natuurlijk evenmin.


Paul Gauguin, De tovenaar van Hiva Oa

Nu, zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog laat deze tentoonstelling zien waartoe de verdwazing van een totalitair regime en het onderdrukken van vrijheid van scheppen en denken kunnen leiden: levensbedreigende geestelijke anorexia. Stel je voor dat wat in Luik te zien is, ook vernietigd zou zijn geweest: je mag er niet aan denken!

Geen opmerkingen: