vrijdag 18 maart 2016

Breda: Laurentiuskerk

Vlak bij de plaats waar de Mark de stad Breda binnenstroomt, ligt het stadsdeel Ginniken, vroeger een apart dorp, nu door de stad opgeslokt. Maar je zit hier wel echt aan de stadsrand. En daar kom je dan bij een kerk die er op het eerste zeer authentiek uitziet: de Laurentiuskerk. Een bord met uitleg levert de nodige informatie: in de tweede helft van de 15de eeuw werd begonnen met de bouw van een laatgotische kruiskerk; het huidige koor en transept dateren nog uit deze periode leert het bord mij verder. En je komt er nog wat geschiedenis van de Nederlanden tegen: in 1648, bij de Vrede van Münster of het Verdrag van Westfalen, bij de scheiding van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden dus, werd het 'kerkgebouw overgedragen aan de hervormden'. De roomsen moesten naar iets anders op zoek.


De protestantse Laurentiuskerk

Het gebouw doet me nog denken aan de kerk van Wortel, vooral door de stoere toren. Zoals dat met heel veel kerken tegenwoordig het geval is, was ook dit kerkje niet open voor bezoek: over het interieur kan ik niets vertellen. Wat ik wel eigenaardig vond, was het kleine kerkhof dat nog rond het gebouw lag: oude grafstenen en zerken, niet zo erg voorbeeldig onderhouden. Als begraafplaats is het nu zeker niet meer in gebruik.


De stoere toren

Een onverwacht kleinood is het, dit ooit dorpse kerkje, nu aan de rand van een drukke stad met zo'n 180.000 inwoners. Mooi zoiets tegen te komen.

donderdag 17 maart 2016

Poosplaatsen langs de Mark: Breda

De Mark verlaat in Meersel-Dreef België en stroomt in Strijbeek Nederland binnen: je kunt er dichtbij komen in Ulvenhout en Breda, en daar is hij al veel meer dan het kleine riviertje in Merksplas of in Hoogstraten. Vanaf de brug op de Bieberglaan in Breda heb je een mooi gezicht, zowel stroomop- als stroomafwaarts. en daar zit nogal wat verschil op: iets verderop, richting België is de Mark al behoorlijk breed, hij deed me nog denken aan de grotere Nederlandse watervlakten, maar in het klein dan. Het landschap kreeg iets van een weidsheid die de Belgische Mark niet te bieden heeft.


Kleine watervlakte voor Breda

Maar als je dan richting Breda kijkt, zie je dat de rivier plotseling veel meer vaart gekregen heeft, net het tegenovergestelde van aan de andere kant van de brug. Dat komt doordat er onder die brug een stuw zit: er is een verval van 1,5 meter. Zo wordt het water voor een deel tegengehouden, gebufferd zeg maar, want je wilt die hele plas niet ineens in je stad: Nederland weet met zijn  water om te gaan, dat is bekend. En het landschap is er ook mooi: je zit vlak bij de stad, maar je waant je in volle natuur. Er wordt dan ook een stevig potje gejogd, daar aan de boorden van de Mark: profiteren van de schone lucht, heet dat.


Kleinere massa water met meer vaart naar Breda



De stuw


De ooievaar wordt ook hier verwacht, net zoals in Hoogstraten

Maar ik was ook op zoek naar poosplaatsen 16 en 17. En zoeken is een groot woord: je loopt er zo naartoe. Ik ben wel vergeten naar de schrijvers van de versjes te kijken: die staan op de zijkant van de keien, en dat heb ik niet gedaan. Shame on me! De teksten zijn van dezelfde aard als in België: dat was natuurlijk ook het opzet. Nummer 16 luidt als volgt: 'het water verdeelt / oevers zetten hun kragen op / aarde en lucht meren af / een stamelsteen / ligt in de stilte van uw ogen.' Best geslaagd vind ik dat, met toepasselijke beeldspraak.


Poosplaats 16

17 heeft het niet over het water, maar over een vogel die in de buurt van rivieren leeft. Dat gaat zo: 'slechtvalk / vliegen is dineren met de goden / de angst voor het onzekere / en onbegrensde overwonnen / waait ze met onbekende stromen mee.'

Poosplaats 17.

Van die poosplaatsen zijn er net 21. Er liggen er nog een aantal in België: in Rijkevorsel, Zondereigen, Meersel-Dreef. De meeste zijn over de grens te vinden:  de laatste ligt net ten noorden van Breda, dat wil zeggen net buiten de stad. Als ik ze allemaal wil 'doen', heb ik nog wel wat werk, maar je komt eens ergens, je ziet nieuwe land- en rivierschappen, je leest poëtische ideeën. Dus doen we dat in de loopt van het jaar, de loop van de Mark volgen.


Een gevoel van weidsheid

De dichters

De mij onbekende dichters hebben inmiddels ook hun naam gekregen, weer te danken aan 'Ode aan de Mark'. Bij 'het water verdeelt...' hoort de naam Frans
A. Brocatus, en de dichter van 'vliegen is dineren met de goden' iis Jasper Mikkers.

Nog een leuk stukje informatie: als je op de VVV van Hoogstraten naar 'Ode aan de Mark' vraagt, krijg je dat gewoon gratis, met nog twee ansichtkaarten erbij, van de twee poosplaatsen op Hoogstraats grondgebied. Met de boekje kun je de Mark volgen vanaf de bron in Merksplas tot voorbij Breda. Voor de liefhebbers: niet te versmaden.

dinsdag 15 maart 2016

Poosplaatsen langs de Mark: Merksplas en Hoogstraten

In de Noorderkempen, vooral in Merksplas en Hoogstraten, maar ook in Rijkevorsel vinden ze de lokale rivier, de Mark, van nationaal, wat zeg ik, van internationaal belang: hij wordt natuurlijk niet aan de grens in Meersel-Dreef stilgelegd, hij stroomt verder in de Noord-Brabantse Kempen, en daar hebben ze er ook iets mee. Je vindt erlangs een aantal poosplaatsen, plekken ter verpozing en ter mijmering over de natuur en het zachtjes stromende water. Voor zover ik weet is de Nederlandse dichteres-kunstenares Pien Storm van Leeuwen de initiatiefneemster, of toch zeker de belangrijkste gangmaker van de poosplaatsen. Dit woord is trouwens haar eigen vondst.

In Merksplas vind je twee poosplaatsen: een aan de bron, en een in Carons Hofke. Vlak naast de Mark, aan de Geheulse Dijk ligt poosplaats 1: onder een boom ligt een grote kei - die keien zie je bij alle poosplaatsen - met een gedichtje erin gegrift, en vlak erbij banken-en-tafel voor de moede wandelaar. Heerlijk toeven bij mooi weer!


Aan de Geheulse Dijk: poosplaats 1

Het versje op de steen is van Pien Storm van Leeuwen zelf: 'Hier is het dat het langzaam welt / en aarde water draagt / een kleine poel loopt roerloos over / vloeit onder groen verscholen glinstering /  onmerkbaar haast / trilt rimpelend wat stroming al / talmt even tussen halmend gras / heldert dan handbreed verder'. De werkzame natuur aan de bron teder en goed getroffen, zeg ik dan.


Pien van Leeuwens poëtisch uitbeelden van de beginnende rivier

En mijn foto's bewijzen haar precieze waarneming:

 

. . . talmt even tussen halmend gras. . .

. . . heldert dan handbreed verder . . .

In Carons Hofke, op poosplaats 2, is het gedicht van Geert De Kockere. 'Onzichtbaar traag zoekt de beek / haar weg door het landschap. / De zon glinstert in een spiegel van water / die een passant plots breekt. /Scherven brengen watergeluk.' Mooi ook hier weer hoe de natuurstemming wordt geraakt.


De kei van poosplaats 2

Poosplaatsen 3 en 4 liggen in Rijkevorsel: die moet ik nog gaan zoeken. In het totaal zijn er 21, en de laatste ligt voorbij Breda: als ik ze allemaal wil zien, ben ik nog wel een tijdje bezig. De 5de is te vinden in Hoogstraten, bij het kasteel. Daar is de tekst van Guido Belcanto: 'Op mijn blote voeten liep ik door het gras /
van de groene velder die mijn prairie was / ik was een indiaan, een held, een wildebras / die droomde dat de Mark de Amazone was.' Wat een 'velder' is, weet ik niet precies, maar de jeugdherinnering is zeer goed in voelbaar. Overigens hebben heel wat dichters deze keien 'beschreven', Nederlanders en Belgen.


Een deel van Guido Belcanto's jeugd

En de Mark zelf is ondertussen al wat beter geworden, er zit al meer vaart in. Dat ligt natuurlijk ook aan het natte weer van de laatste weken, maar je ziet de rivier langzaam groeien.


De Mark al iets breder

En in het midden van het weiland naast het riviertje, staat een nest op een koppel ooievaars te wachten. Optimisten zijn het ook nog, daar in Hoogstraten. En voor de vogels en hun jongen zal de Mark wel genoeg voedsel in de aanbieding hebben, zou ik denken. Waar wachten ze nog op?


In Hoogstraten: bouwen voor de toekomst

Velder

Ik ben er ondertussen achtergekomen wat 'velder' betekent: gevonden in het boekje 'Ode aan de Mark - Poosplaatsen' van Pien Storm van Leeuwen zelf. Op bladzijde 43 lees ik: 'Van Wortel tot het kasteel (van Hoogstraten) tooit een wild-weelderige begroeiing de oevers en de beemden, die hier 'de velder' worden genoemd. Guido Belcanto groeide op in Wortel . . .' Het is dus een woord uit het plaatselijke dialect.