vrijdag 5 augustus 2016

Cassel: Musée de Flandre

Op de Grand' Place van Cassel vind je het 'Musée de Flandre' in een prachtig zestiende-eeuws gebouw, het 'Hôtel de la Noble-Cour', in Vlaamse tijden het 'Grote Landhuys' genoemd. De gevel is een voorbeeld van volbloed renaissance.


Renaissance: het Landhuys, nu Hôtel de la Noble-Cour

Het bevat een mooie verzameling Vlaamse meesters en Vlaamse kunst die de eigenheid van de streek illustreren. Een van de eerste beelden die je ziet is 'Het schijtmanneke', een terra cotta beeld uit de zeventiende of achttiende eeuw: het stelt gewoon een man voor die op de wereld zit te schijten, iemand die schijt heeft aan alles. De arm die hij nodig heeft om zijn gat af te vegen ontbreekt, maar zijn fecale productie is onder hem duidelijk te zien. Dit is overigens het enige kunstwerk in het museum dat geen Franse naam heeft: schijten kan kennelijk alleen in het Nederlands!


Het Schijtmanneke, anoniem, Vlaams

Een van de pronkstukken is het werk van een anonieme Vlaamse primitief, dat ooit nog in de kerk van Dendermonde gehangen heeft. Het komt uit het einde van de vijftiende eeuw, en wie Joos vanden Damme was is mij volslagen ongekend, maar om zo'n werk te laten schilderen, moest je behoorlijk goed in de slappe was zitten, zoveel is wel zeker. Van onderen op het schilderij kun je de nodige informatie in het Middelnederlands lezen: 'Hier es begraven joos vanden damme galouts zone die / starf int jaer duyst vierhondert vier ende tachtentich den / zestienden dach van meye God hebbe zijn ziele Amen'.


De maagd met schenker Joos vanden Damme

Maar het is niet allemaal anoniem en Vlaams: grotere namen en een echt grote kunstenaar zijn ook vertegenwoordigd. Ik had nog nooit een werk van Pieter Coeck in het echt gezien (behalve het glas-in-loodraam in Hoogstraten, waar hij het ontwerp voor gemaakt heeft), maar hier in Frans-Vlaanderen kom ik hem dan eens 'in levende lijve' tegen: God de Vader, geholpen door twee putti, ondersteunt zijn gestorven zoon, terwijl de Heilige Geest als duif vanuit de hemelen toekijkt: religieus werk, dat wel, maar ook renaissancistisch.


Pieter Coecke van Aalst, De Heilige Drievuldigheid

Van Coeckes leerling en latere schoonzoon, Pieter Bruegel de Oude hangen er ook een drietal etsen: onder andere 'De heks van Mallegem' of 'De keisnijder', waarover Leen Huet het in haar biografie 'Pieter Bruegel, de biografie' het ook heeft. Op een redelijk chaotisch markttafereel wordt een viertal mannen de schedel gelicht: bij een wordt er een bierkan in leeggegoten, bij een tweede uit een soortement koffie- of theepot een andere, voor mij onbestemde vloeistof, de meest linkse wordt verlost van een knoert van een gezwel, en in een opengebroken eierschaal is de chirurgijn nog aan het snijden terwijl allerlei balletjes - het lijken wel knikkers - uit het hoofd van de patiënt rollen: dat zullen dan wel kleine gezwellen zijn, durf ik te veronderstellen. Allerlei figuren dringen zich zo dicht mogelijk bij het gebeuren, een aantal misvormde vogels doen iet of wat aan Jeroen Bosch denken, onder een tafel zit een man met zijn mond door een hangslot het zwijgen opgelegd te stelen uit een mand met vruchten: het is een chaos van je welste. Een bespotting van bijgeloof en onbekwame heelmeesters lijkt het me. De heks van Mallegem zelf staat aan de eerste tafel een man zijn opengesneden hoofd vast te houden. En dat het dorp waar alles zich afspeelt 'Mallegem' heet, spreekt boekdelen.


Pieter Bruegel de Oude, De heks van Mallegem.

Veel 'rustiger' is de gravure van Pieter van der Heyden naar Pieter Bruegel: iedereen is wel naarstig aan het werk, maar het land wordt klaargemaakt voor de oogst: de mensen planten en zaaien, ze houden zich met gewone, dagelijkse zaken bezig.


Pieter van der Heyden naar Pieter Bruegel: De vier jaargetijden, De lente

Van Joost de Momper II krijg je er nog een 'Landschap' bij: hij is niet meteen wereldberoemd, maar toch een verdienstelijk landschapsschilder.


Joost de Momper II, Landschap

En zelfs werken uit de recente tijden zijn aanwezig: onder meer een doek van Thierry de Cordier (° in Ronse) : In het Frans heet het 'Verdure folle n° 1', in het Nederlands 'Groen nr 1'. Een onstuimig werk lijkt het me, een uitbarsting van een paar kleuren die heel veel leven suggereert. Ik kan het wel appreciëren.


Thierry de Cordier, Verdure folle n°1

Om je bezoek af te sluiten ga je in de toegangshal helemaal naar achteren: daar heb je vanaf de Casselberg - want dar sta je - een prachtig uitzicht op de Frans-Vlaamse vlakte. Want het moet worden gezegd: dit museum is zeer de moeite waard, en dit Frans-Vlaanderen is een zeer mooie streek. Volgend jaar ben ik er weer, want er valt daar nog meer te ontdekken!


Uitzicht vanaf de achterkant van het 'Musée de Flandre'

Geen opmerkingen: