zaterdag 5 november 2016

Rachid Mwachuppu Tsange, Keniaan

Onze chauffeur/gids heette dus Rachid, voluit Rachid Mwachuppu Tsange, op zijn momenten een grapjas. Ik stap in zijn Toyota minibusje - 'my van' noemde hij het - en het eerste wat ik zie is een Nederlands woord op een zwart jasje: het schildje van de politie van onze Noorderburen, compleet met de vlam! Natuurlijk wil ik weten hoe hij daaraan komt, en hij vertelt dat hij een aantal jaren terug in Nederland is geweest - hij wilde daar politieman worden, maar dat hij toch maar teruggekomen is: kou, heimwee en liever toeristen begeleiden in de parken. Een paar dagen later blijkt dat hij het jasje van een Nederlandse politieofficier gekregen heeft: die man was kennelijk zeer tevreden over Rachids werk, en zo zou hij de Nederlander ook nooit vergeten. Rachid draagt het vooral 's ochtends, tegen de kou, want dan is het nog net geen twintig graden in Kenia!


Rachid Mwachuppu Tsange


Nederland is Kenia zeer dankbaar

Rachid is inderdaad een zeer bekwaam chauffeur: de laatste dertig kilometers naar het Amboseli Park gingen over landwegen met veel meer putten, kuilen en oneffenheden dan in het Turnhoutse Vennengebied, maar hij wist steeds dat spoor te vinden waar het denderen, dokkeren en daveren tot een minimum beperkt bleven. Rachid zat vol mededogen met de westerse mensheid die niets gewend is!

Hij kende de parken als zijn broekzak - hij reed er al jaren in rond - en ook alles wat er op twee of vier poten liep of twee vleugels had: hij was geen echte bioloog natuurlijk, maar toch een uitmuntend kenner van de fauna, en hij wist vrij goed waar hij de dieren kon vinden. Bovendien was hij een zeer goed observator, een arendsblik had hij: voor wij nog maar vermoedden dat er ergens een interessant dier kon zitten, klonk het uit zijn mond 'Elephant at 11 o'clock' of 'Lions at 3 o'clock'. Zonder hem hadden we de jachtluipaard zomaar achteloos voorbijgereden. Hij kon de dieren ook vlotjes in het Engels benoemen: zijn 'pullover' was er een ietsiepietsie naast, maar we zagen wel dat het over een plevier ging. En daarbij: who's perfect?

Zo wijst hij ons ook de waterbok aan, een antilopensoort die ten zuiden van de Sahara in waterrijk gebied leeft. Het is een redelijk groot dier: het mannetje kan tot 200 à 300 kg wegen. Rachid noemt hem in het Engels 'waterbuck', wat een letterlijke vertaling is van het Afrikaanse 'waterbok'. Het is trouwens opvallend dat veel van de dieren hier een naam hebben die zeer Nederlands aandoet, maar het is dus oorspronkelijk Afrikaans.


Waterbuck at 11 o'clock

Een interessant woord is de naam voor de gnoe: die heet hier 'wildebeest': Afrikaanser kan het niet zijn, in het Engels is zelfs de spelling niet aangepast. Maar de uitspraak wel: ze hebben het over 'waaildebiest'. Ik leg Rachid uit dat dat woord uit het Afrikaans komt, en hij zegt dan dat 'gnoe' uit het Frans komt. Daar heb ik mijn twijfels bij, en zoek dat natuurlijk op. Het blijkt uit het Duits te komen, via het Kafferwoord 'ngu'. En dat is best plausibel, als je weet dat nogal Duitse ontdekkingsreizigers en biologen al vanaf het begin van de negentiende eeuw in dit gebied actief  zijn geweest.
Terzijde: deze uitleg is een voorbeeld van beroepsmisvorming  van een taalleraar met pensioen, die zijn vak nog altijd belangrijk vindt. Ik zou nog zeggen 'Sorry', maar waarom toch?


Waaildebiest at 2 o'clock

Kerken zie je niet zo vaak in Kenia, wel moskeeën: veel 'kaffers' of ongelovigen zullen hier niet meer zijn. Maar de intensiteit van het geloof wil wel eens variëren. 'Rachid' is my religious name, vertelt de man, maar 'I'm half muslim'. Ik ga niet naar de moskee, maar zolang ik weet dat God bestaat, is het goed voor mij. Moorden in naam van het geloof, daar kan hij echter niet bij, dat heeft met godsdienst niets te maken, vindt-ie. Een zeer pragmatische en prozaïsche kijk heeft hij op zijn godsdienst: in West-Europa noem je zo iemand een lauwe (zelfs een koude) katholiek. Het voordeel: we moeten geen schrik hebben dat Rachid zou radicaliseren.


Moskee op zijn Keniaans

Rachid was fijn gezelschap: hulpvaardig en voorkomend, en geduldig. Voor lange trajecten had hij nogal wat te laden: drie rolstoelen en vier koffers, plus handbagage, maar dat deerde hem niet. En wie niet zo goed ter been was, hielp hij alsof hij het altijd gedaan had. Anderzijds: kruiperig of slijmerig was hij niet, hij zag ons als gewone mensen, niet als blanke halfgoden die van een andere planeet kwamen. En dat was ook een prettig gevoel. Rachid is een van de 46 miljoen Kenianen, maar een man uit de duizend, iemand aan wie ik zeer goede herinnering heb. Ik begrijp die Nederlandse politieofficier met zijn jasje wel: Rachid is kennelijk altijd zo. Zichzelf is dat. Leuke ervaring was hij, als je dat zo kunt zeggen.


Ons groepje, met Rachid in ons midden.

Geen opmerkingen: