donderdag 3 augustus 2017

Tyne Cot Cemetery

Tyne Cot Cemetery heb ik ook nog eens 'gedaan': het ligt inderdaad prachtig, het is behoorlijk uitgestrekt, de namen van talloze gesneuvelden zonder graf staan op de achterwand gebeiteld: dat zijn die er op de Menen Poort niet meer bij konden. In totaal gaat dat over zo'n 80.000 mensen: het geeft je wel een idee van de omvang van de slachting, en dit zijn alleen nog maar de onbekenden!

Nieuw is een bezoekerscentrum: dat werd in 2008 ingehuldigd door Queen Elizabeth en Prince Philippe, en Koningin Paola (Koning Albert lag toen in het ziekenhuis). Je vindt daar allerlei voorwerpen en medailles, maar het meest troffen mij twee citaten, een van King George V, en een van een gewone, anonieme vrouw.

Dat van George V luidt zo:

'We kunnen echt wel zeggen dat heel de aarde omgord is met de graven van onze doden. Tijdens mijn bedevaartstocht heb ik me vaak afgevraagd of er krachtigere pleitbezorgers voor vrede op aarde zijn in de komende jaren dan deze massale menigte stille getuigen van de troosteloosheid van de oorlog.' (11 mei 1922)

Het woord 'desolation' dat George V gebruikt, heeft veel betekenissen: verwoesting, vernietiging, diepe droefenis, en ook verlatenheid, zoals in 'van God en Klein Pierke verlaten'.

De Koning heeft het wel mooi en treffend gezegd, met woorden die men van mensen van zijn stand mag verwachten: de aarde is omgord, bedevaartstocht, pleitbezorgers, massale menigte, troosteloosheid. Hooggestemd is zijn uitspraak, maar veel gevoel spreekt er volgens mij niet uit.

Overigens gebruikte Prins Charles maandag 24 juli 2017 hetzelfde citaat tijdens de herdenking van de Slag om Passendale op Tyne Cot Cemetery. Dat was een sobere plechtigheid, waarbij naast Britten ook Australiƫrs, Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Ieren en de vier Duitsers die op Tyne Cot liggen werden herdacht.


Het citaat van King George V (1922)

De onbekende jonge vrouw (de verloofde van John Low) drukt het zo uit:

'Het idee dat Jock voor zijn land gestorven is, troost me niet. Zijn herinnering is alles wat ik nog heb om lief te hebben.' (10 januari 1918, toen de oorlog nog niet afgelopen was).

Zij gebruikt geen grote woorden, zij gelooft ook niet in de leuze 'Dulce et decorum est pro patria mori' zoals Horatius ooit dichtte, maar een bewering die door Wilfred Owen, die zelf sneuvelde exact een week voor de wapenstilstand, met kracht werd bestreden. Wat de verloofde nog heeft, is alleen een herinnering om lief te hebben: met simpele woorden drukt zij de rampspoed van de oorlog raker uit dan George V. De twee citaten die in het bezoekerscentrum tegenover elkaar hangen, contrasteren enorm. Je kunt moeilijk niet gepakt zijn door de 100 jaar oude woorden van de eenzame verloofde.


Het citaat van een gewone vrouw (1918)

Zondag 24 juli had de grote herdenking van de slag dan plaats op de Grote Markt van Ieper: de BBC had kosten noch moeite gespaard, een en ander was zonder meer onberispelijk, zou je kunnen zeggen. Of niet? Waar was Angela Merkel, waar waren de staatshoofden en/of de regeringsleiders van de andere strijdende naties? Het was een puur Britse aangelegenheid, alsof alleen zij offers gebracht hebben, alsof de anderen  niet geleden hebben. Ze gedenken de slachtoffers wel, maar tezelfdertijd hun overwinning, heb ik het gevoel. In honderd jaar is er toch wel iets veranderd in Europa? Hetzelfde gevoelen krijg ik op Tyne Cot Cemetery: een beetje 'pomp and circumstances' hangt daarover, zeker als je het vergelijkt met Vladslo.

Dat we die slachtingen moeten blijven gedenken, staat buiten kijf, en de oorlogsbegraafplaatsen mogen we ook nooit wegdoen. Misschien leert heel de wereld er ooit wat van: het ware te hopen.


Bij wijze van spreken: The crosses row on row . . . 

Geen opmerkingen: