vrijdag 23 februari 2018

Museum De Reede - Munch

Van Edvard Munch (1863-1944) kent iedereen wel het iconische schilderij 'De schreeuw'. Ik heb wel eens een paar andere van zijn hand gezien, waarin eenzaamheid vaak nadrukkelijk aanwezig is, maar een kenner van zijn werk kan ik me echt niet noemen. Ik wist dus ook helemaal niet dat hij zich vanaf de jaren negentig van de negentiende eeuw had toegelegd op de grafische kunsten, vooral op steendruk (litografieën).

Een indringend voorbeeld daarvan is een lithografie uit 1895: in het museum heette het 'Zelfportret met been'. Op een totaal zwart vlak zie je twee lichte vlakken: zijn gezicht met de kraag eronder, en helemaal onderaan de botten van een arm en een hand. Maar vooral zwart en een deel van het skelet: de dood is uit deze steendruk niet weg te denken. En dan dat gezicht zelf: het is alsof hij zich voor de spiegel staat af te vragen wie hij eigenlijk wel is, zich de existentiële vraag over zichzelf stelt: wie ben ik, wat doe ik hier, wat heeft het allemaal voor nut. Zijn priemende ogen vinden geen antwoord, dat is duidelijk. Heel alleen is hij, eenzaam tot en met. Aan zo'n man vraag je niet spontaan 'Willen we vanavond eens lekker gaan stappen?' Dan had Goya in zijn 'Zelfportret' veel meer met zichzelf op.


Zelfportret met been, lithografie, (1895)

In 'Melancholie' zit een man aan de oever van een meer of een zee troosteloos voor zich uit te staren. In de achtergrond een eiland waar een zwarte zon lijkt onder te gaan, met weer zeer spaarzaam gebruik van wit in de lucht en op de hoogten van het eilandje. Wanhoop, depressie en natuurlijk weer eenzaamheid zie ik hier, in ieder geval veel meer dan melancholie.


Melancholie, lithografie, 1896

Dat liefde doet lijden is geen nieuws, vooral als je verteerd wordt door jaloezie en degene op wie je je gevoelens hebt gericht, zich beter voelt met een ander, en je volledig buitengesloten wordt en alweer eenzaamheid je deel is. En optimistische kijk op het leven heeft Munch niet, dat is het minste wat je kunt zeggen.


Jaloezie, lithografie, 1896

Munchs houding tegenover de vrouw was ook niet simpel: veel geluk heeft hij met hen niet beleefd. 'Vrouw' stelt drie fasen of leeftijden uit een vrouwenleven voor: rechts de jeugd, de verwachting, de illusie, in het midden de volwassen vrouw en rechts, weer in het zwart, de ontgoocheling, de desillusie. Wat nog volgt is de duistere eeuwigheid van het niets: sic transit gloria mundi



Vrouw, lithografie, 1899

'De handen' hangt op de tentoonstelling net naast 'De steeg': daarop staat een naakte vrouw net in het midden van twee rijen mannen met hoge hoeden: de bourgeoisie die op haar pleziertjes uit is. In 'De handen' strekken ze allemaal hun losse handjes naar dezelfde naakte vrouw uit: ze heeft zo'n blik van 'pak me dan als je kan'. Zij denkt misschien de macht te hebben. Anderzijds proberen die handen niets anders dan haar naar beneden te halen, letterlijk en figuurlijk. Dat zij geen brave huismoeder is, zal duidelijk zijn.


De handen, lithografie, 1895

Zeer opvallend zijn twee lithografieën die Munch 'Madonna' noemt. Je hebt 'Madonna's met kind' en allerlei andere, maar naakte madonna's zijn bij mijn weten redelijk ongezien: een provocerende titel is het alleszins. Bovendien zien deze twee vrouwen er helemaal niet ongelukkig uit, integendeel zij lijken ten diepste bevredigd. Volgens de gids verenigt dit werk 'de kleine dood van het orgasme met de bevruchting en het ontstaan van het leven'. Maar de 'Heilige Maagd' daarmee associëren: je moet het durven.




Madonna (tweemaal), lithografieën, 1896-1902

De twee kleine witte vlekjes links van onderen zijn restjes van een witte foetus die op deze steendruk voor de rest niet te zien is.

Munch in Museum De Reede geeft een behoorlijk in zicht in 's mans psyche: hij heeft zijn leven niet geleid, maar geleden, kan ik niet nalaten te denken. Maar zeer interessant zijn zijn werken wel. Zeker de moeite om naartoe te gaan!

donderdag 22 februari 2018

Museum De Reede - Goya

Af en toe komt er in Antwerpen een museum bij: het Van Mieghem Museum op de Ernest Van Dijckkaai 9 is er nog niet zo lang, en nu is er vlakbij, op nummer 7 weer eentje bij: het Museum De Reede. Het stelt hoofdzakelijk grafisch werk tentoon van drie kunstenaars die de moeite waard zijn: Francisco Goya, Félicien Rops en Edvard Munch. Schilderijen hangen er niet, maar de etsen en steendrukken zijn van uitstekende kwaliteit.

Goya

Dat Goya behalve schilder een uitmuntend etser was zal bekend zijn, en er is bij De Reede niet weinig te zien. De hele reeks 'Caprichos' (1799) hangt er, plus 'Los disparates' - of die volledig is, weet ik niet - die ook bijzonder kritisch kijkt naar de dwaasheden in of van de menselijke samenleving: de eerste editie van die reeks werd pas uitgegeven in 1864, lang na de dood van de kunstenaar, die overigens leefde van 1746 tot 1828. In Europa was dat een bijzonder roerige periode: Franse revolutie, napoleontische oorlogen, het congres in Wenen, In België rommelde het, in Griekenland, in Polen. Er was genoeg om kritisch over te zijn. Zeker ook in Spanje, waar adel en Kerk het voor het zeggen hadden: die maatschappij was verre van open en progressief.


Francisco Goya y Lucientes, Pintor

Op een zelfportret uit 1797 beeldt hij zichzelf af als een burger die het gemaakt heeft: de armoede die in zijn land wijdverspreid was, straalt er niet echt van af; enige mate van hooghartigheid dan weer wel. Toch moet hij een scherp gevoel voor onrechtvaardigheid, schijnwaarden en wreedheid van de oorlog gehad hebben: zijn 'Los disastros de la guerra' is ook niet onbekend gebleven. Hij moet het hart wel op de juiste plaats gehad hebben, zou je denken als je zijn etsen bekijkt. Maar bitter was hij ook wel.

Uit 'Los desastres de la guerra' komt 'Tanto y mas'. Die reeks is geïnspireerd door de Guerra Peninsular die in het eerste decennium van de 19de eeuw begon; Spanje, Portugal en Frankrijk waren de strijdende partijen. Een aantal dode Spaanse guerrillero's ligt buiten de stadsmuren, boven en door elkaar: de wreedheid en rampzaligheid zit hierin dat de lijken niet begraven zijn, maar gewoon op een hoop gegooid, zonder enig respect, alsof ze slachtafval zouden zijn van een slachthuis dat grof buiten de lijntjes kleurt, immoreel en onethisch.


Tanto y mas (Erger nog)

'Los disparates' is in 'Museum De Reede' het best vertegenwoordigd. 'Disparate de bestia' (Dwaasheid van het beest) laat een olifant zien op de rand van  een rond plein (je kunt er piste van een circus in zien): Hij zou Koning Fernando VII kunnen voorstellen, en de mensen waar hij naar kijkt, zouden dan zijn vleiende raadgevers zijn die zijn meningen napraten en hem een wetboek voorhouden. Een koning voorstellen als een logge olifant, een toch redeloos, maar zeer sterk dier, is niet bepaald een compliment. Ook Velasquez had een eerder problematische verhouding met het hof: in Spanje was dat voor de intelligentsia toentertijd helemaal niet zo moeilijk.


Disparate de bestia

Goya verstopt zijn honende spot graag achter dieren, en niet vreemd voor een Spanjaard waren dat vaak stieren. 'Disparate de tontos' (De dwaasheid van gekken) laat een wanordelijk stierenbal zien, hevig hotsen en botsen doen ze, ze gedragen zich helemaal niet als normale dieren, het zijn compleet losgeslagen mensen in dierengedaante die je bezig ziet. 'Alles is ijdelheid' en waanzin, kun je erbij denken.


Disparate de tontos

Even dacht ik een soort van Pegasus te zien, maar neen, het was de 'Disparate volante' (de vliegende dwaasheid). Het lijkt een paard te zijn, maar dan eentje met een afschrikwekkende vogelkop, en vleugels van een best grote roofvogel: voor poëzie en vrede staat hij zeker niet. Op zijn rug zitten een weerloze man en vrouw, die door het vogelpaard ontvoerd worden naar ik-weet-niet-waar. Dit zou Goya's commentaar zijn 'op de fysieke beleving van de liefde en op het onvermogen van beide partners de hartstocht van dat ogenblik te beheersen'. Alweer een treffende metafoor is deze ets.


Disparate volante

Laten we er nog eentje aan toevoegen met alleen mensen erop: niet dat het dan vrolijker wordt, wel integendeel. 'El amor y la muerte' heet ze, eros en thanatos me andere woorden. De zielloze man zou gestorven zijn ten gevolge van een duel: voor zijn voeten ligt iets waarin je een zwaard of een degen  kunt herkennen. Deze dood is in ieder geval totaal iets anders dan wat men in de liefde 'de kleine dood' noemt: dit is de echte dood, en de vrouw houdt alleen maar pijnlijk verlies in haar armen, een geliefde die zo gek is geweest een duel aan te gaan en het ook nog eens te verliezen.


El amor y la muerte

'Los disparates' deed mij denken aan Erasmus' 'Lof der zotheid'. Die lacht met de dwaasheid van de mens, maar Goya neemt die zwaar op de korrel, haalt ze over de hekel, spot bijtend en kan er in feite niet mee lachen. Hij houdt zijn tijd een spiegel voor waarin zijn tijdgenoten liever niet wilden kijken. Daarom ook dieren in plaats van mensen, zoals in 'Van den vos Reinaerde'. Ik kan hem wel smaken, deze Goya, maar blij word je niet van al zijn donkerte.

De andere twee in 'De Reede', Rops en Munch, zijn evenmin vrolijke Fransen, maar daar heb ik het nog over.

Bron (bij interpretaties): gids van 'Museum de Reede', waar je veel uit kan leren.