vrijdag 6 april 2018

Planckendael: andere kostgangers

Een mooi dier is de 'argusfazant': die kan pronken met behoorlijk lange staartveren. Waar hij zijn naam vandaan heeft is duidelijk: van 'Argus Panoptes', een held uit de Griekse mythologie. Die had 100 ogen, waarvan er altijd tenminste twee open bleven: vandaar zijn epitheton dat 'alziend' betekent. Op zijn veren heeft de argusfazant heel veel witte rondjes, die refereren aan Argus' ogen. Mooie vogel wel.


De argusfazant

Ander jong leven is er te zien bij de kamelen: het veulen ligt languit op de grond voor zijn ouders, genietend van uitgestrekte rust. Het leven duurt nog lang genoeg, zal het denken.


Kameelveulen

Echte 'kostgangers' zijn de leeuwen: het is bekend dat zij in de natuur alleen actief zijn als ze jagen. Voor de rest liggen zij hun eten te verteren en de luiwammes uit te hangen. Zo ook in Planckendael: Koning Nobel hoeft hier niet eens te jagen, hij is gewoon in volpension, en dat laten hij en zijn gade zich complexloos welgevallen: 'arbeid adelt' en 'rust roest' is voor hen verre van evangelie.


Nobel en zijn gade: vadsige koningen

Nog een logé uit de savanne: de giraf. Ze hebben het hem een beetje gemakkelijk gemaakt: hij hoeft zich niet te bukken voor zijn dagelijkse kost. Je kunt die dieren bekijken vanaf een balkon met balustrade: dat vergemakkelijkt het oogcontact, en verhindert dat je naar beneden zou donderen. Aan die balustrade kun je ook je wandelstok hangen als je een beetje comfortabel foto's wil maken, en dan stel je na een tijdje vast dat je die ergens vergeten hebt, je rijdt terug naar de giraffen, maar weg stok, foetsie! Aan de uitgang vraag ik later of er een dienst 'Verloren voorwerpen' is, en mij wordt gelijk gevraagd of ik naar een wandelstok op zoek ben, want, jawel hoor, de eerlijke vinder heeft hem daar al afgeleverd. Waarvoor mijn grote dank, uiteraard.


Comfortabel tafelen voor giraffen

Nog een vogeltje om mee af te sluiten: de zwarte ibis. De nijlreiger kom je in kruiswoordraadsels wel eens tegen, en dan vul je 'ibis' in, en die zijn wit. Ik wist niet eens dat er zwarte ibissen waren: ze leven in warme streken, eigenlijk op alle continenten, en tegenwoordig is hij ook in Nederland en België meer dan een dwaalgast. In het Vennengebied ben ik hem nog niet tegengekomen: een blauwe reiger is daar al een sensatie!


Zwarte ibissen

Planckendael kan dit jaar nog op mijn bezoek rekenen: mijn kinderen hebben mij een abonnement aangeraden, dat heb ik zeer gehoorzaam gekocht, en zo gaan we zo goed als gratis beestjes bekijken, en de kleinkinderen daarbij bezig zien. Wat wil opa nog meer?

Geen opmerkingen: